CAMCOLVC3
00 (06/01/2009)
9
Velleman
®
6.
Installatie en gebruik
•
Plaats de batterijen (zie §7) indien u de camera op batterijvoeding
wilt gebruiken. Indien niet, steek de sigarettenplug in de 12 V-
ingang [7] van uw wagen.
•
Plaats een SD-/MCC-kaart (niet meegelev.) in het daartoe bestemde
kaartslot [11].
•
Bevestig de camera [4] op de montagebeugel met behulp van de
meegeleverde schroef.
•
Plaats de montagebeugel met camera op het dashboard.
•
Schakel de camera in met de aan-uitschakelaar [3]. De statusled
[9] licht op.
•
Houd de laserschakelaar [2] ingedrukt om de richtlaser in te
schakelen (de zichtbaarheid van de laser is sterk afhankelijk van
het omgevingslicht). Met deze laser kunt u de camera optimaal
richten. Laat de laserschakelaar [2] los om de laser uit te
schakelen.
•
Bevestig nu de montagebeugel met camera op het dashboard.
Verwijder hiervoor de beschermfolie op de voet van de beugel en
druk de beugel stevig tegen het dashboard aan.
•
Start een opname door de opnamestarttoets [1] in te drukken. De
statusled [9] knippert. De opname gebeurt cyclisch, d.w.z. dat
een volle geheugenkaart geformatteerd en overschreven wordt.
De camera onderbreekt de opname tijdens het formatteren.
Opmerking: framesnelheid = ± 8,244 frames/s (± 430 kb/s)
•
Druk de opnamestarttoets [1] opnieuw in om de opname stil te
leggen.
•
Sluit de AV-uitgang [8] aan een monitor (niet meegelev.) met de
meegeleverde RCA-videokabel. U kunt de opgenomen bestanden nu
op de monitor bekijken door de opnamestarttoets [1] in te
drukken.
Opmerking: Wanneer u de camera tijdens een opname aan een
monitor aansluit, dan wordt het beeld opgenomen en is het
gelijktijdig op de monitor zichtbaar. U kunt de opname echter enkel
stilleggen nadat u de camera van de monitor hebt ontkoppeld.
•
Vervang de batterijen van zodra de aanduidingsled voor zwakke
batterij [10] knippert.