GEBRUIKSAANWIJZINGEN
24
87-900-877-01 (E)
FOUTMELDINGEN
In geval van storingen wekt het zelfdiagnose-circuit van
de controller enkele foutmeldingen op die in de
volgende tabel zijn omschreven.
BOODSCHAP
OMSCHRIJVING
REMEDIE
CHECK CONNECTION
TO PUMP
Foutieve verbinding tussen pomp en
controller.
Controleren of de verbindingskabel
tussen pomp en controller aan beide
uiteinden goed bevestigd is en geen
onderbrekingen vertoond. Bedien twee
maal de START-knop om de pomp weer
op te starten.
PUMP WAITlNG INTERLOCK
Het interlock-signaal op connector P1 is
actief wegens onderbreking van de
kortsluiting tussen pin 3 en pin 8 van
connector J1 of wegens het openen van
het externe interlock-signaal.
Herstel de kortsluiting tussen pin 3 en pin
8 van connector J1 of sluit het externe
interlock-signaal.
FAULT: PUMP OVERTEMP.
De temperatuur van het bovenste
pomplager bedraagt meer dan 60 °C.
Wacht tot de temperatuur weer onder de
drempelwaarde is gezakt.
Bedien twee maal de START-knop om de
pomp weer op te starten.
FAULT: CONTROLLER
OVERTEMPERATURE
De temperatuur van de transformator
van de controller bedraagt meer dan
90 °C.
Wacht tot de temperatuur weer onder de
drempelwaarde is gezakt.
Bedien twee maal de START-knop om de
pomp weer op te starten.
FAULT: TOO HIGH LOAD
Tijdens normale werking (na startfase)
ligt de door de pomp geabsorbeerde
stroom hoger dan de geprogrammeerde
waarde (6 A).
Controleer of de pomprotor vrij kan
draaien.
Bedien twee maal de START-knop om de
pomp weer op te starten.
FAULT: SHORT CIRCUIT
Tijdens normale werking (na startfase)
is de uitgangsverbinding in kortsluiting
(uitgangsstroom groter dan 16 A).
Controleer de verbindingen tussen pomp
en controller.
Bedien twee maal de START-knop om de
pomp weer op te starten.
SYSTEM OVERRIDE
De pomp is stilgelegd door een
noodsignaal afkomstig van een
afstandscontact.
Koppel de voedingskabel van de
controller af en elimineer de oorzaak van
de noodstop.
Sluit de voedingskabel weer aan en
bedien twee maal de START-knop om de
pomp weer op te starten.
OVERVOLTAGE
Er is een storing opgetreden in de
voedingssectie van de controller of de
controller heeft een stoorsignaal
ontvangen.
Bedien twee maal de START-knop om de
pomp weer op te starten.
Als de melding weer verschijnt zich voor
onderhoud tot Varian wenden.