Not for
Reproduction
77
Contactschakelaar, indien aanwezig:
Draai de startsleutel (E, afbeelding 7) naar
de stand UIT terwijl de gashendel in de stand LANGZAAM staat. Verwijder de
sleutel en bewaar deze buiten bereik van kinderen.
2.
Nadat de motor stopt draait u de brandstofkraan (A, afbeelding 7), indien
aanwezig, in de stand GESLOTEN.
Onderhoud
OPGEPAST
Als de motor tijdens het onderhoud wordt gekanteld, moet de
brandstoftank leeg zijn en moet de bougiekant omhoog wijzen. Als de benzinetank
niet leeg is of als de motor een andere kant op wordt gekanteld, kan starten lastig
worden omdat het luchtfilter en/of de bougie dan vervuild kan zijn door olie of
benzine.
WAARSCHUWING
Wanneer er onderhoud wordt uitgevoerd waarvoor de unit gekanteld moet worden,
dient de brandstoftank leeg te zijn, anders kan er brandstof uitlekken, wat kan leiden
tot brand en explosie.
Wij adviseren dat u voor al het onderhoud en alle service aan de motor en de
motoronderdelen een geautoriseerde Briggs & Stratton-dealer raadpleegt.
OPGEPAST
Alle componenten die zijn gebruikt om deze motor te bouwen moeten
op hun plaats blijven voor een juiste werking.
WAARSCHUWING
Onbedoelde vonkvorming kan resulteren in brand of een elektrische schok.
Onbedoeld starten kan leiden tot beknelling, amputatie of rijtwonden.
Brandgevaar
Vóór het uitvoeren van afstellingen of reparaties:
• Maak de bougiekabel los en houd de kabel op veilige afstand van de
ontstekingsbougie.
• Ontkoppel de accu bij de negatieve aansluiting (alleen motoren met elektrostart).
• Gebruik alleen correct gereedschap.
• Verander niets aan regulateurveren, verbindingsstangen of andere onderdelen om
het motortoerental te verhogen.
• Vervangende onderdelen moeten identiek zijn aan en op dezelfde positie worden
geïnstalleerd als de originele onderdelen. Andere onderdelen zullen minder goed
werken, kunnen de eenheid beschadigen en kunnen letsel veroorzaken
• Sla niet met een hamer of hard voorwerp tegen het vliegwiel omdat het vliegwiel
anders later tijdens bedrijf kan barsten.
Bij het testen op vonkvorming:
• Gebruik een goedgekeurde bougietester.
• Controleer niet op vonkvorming wanneer de bougie verwijderd is.
Onderhoud aan de emissieregeling
Onderhoud, vervanging en reparatie van de apparatuur en systemen voor
de emissieregeling mogen worden uitgevoerd door een persoon of bedrijf
gespecialiseerd in de reparatie van niet op de weg gebruikte motoren.
Het
onderhoud van de emissieregeling kan zonder kosten worden uitgevoerd door een
erkende dealer. Zie de verklaringen voor emissieregeling.
Onderhoudsschema
Iedere 8 uur of dagelijks
• Oliepeil motor controleren
• Reinigen rond geluiddemper en bedieningselementen
Iedere 100 uur of jaarlijks
• Bougies vervangen
• Motorolie verversen
• Oliefilter vervangen (indien aanwezig)
• Luchtfilter reinigen of vervangen
1, 2
• Voorfilter reinigen (indien aanwezig)
1
• Onderhoud uitlaatsysteem
Iedere 250 uur
• Klepspeling controleren. Indien noodzakelijk afstellen.
Iedere 400 uur of jaarlijks
• Luchtfilter vervangen
2
• Brandstoffilter vervangen
• Koelsysteem onderhouden
1
• Ribben oliekoeler reinigen
1
Iedere 600 uur of jaarlijks
• Veiligheidsfilter vervangen (indien aanwezig)
1
Reinig vaker onder stoffige omstandigheden of wanneer zich veel zwevend vuil
in de omgeving bevindt.
2
Vervang bij elke derde luchtfiltervervanging het binnenste veiligheidsfilter (indien
aanwezig).
Systeem voor elektronische
brandstofinjectie (Electronic Fuel
Injection - EFI)
Het EFI-systeem bewaakt de motortemperatuur, motorsnelheid en accuspanning voor
het starten van de motor en het opwarmen. Er zijn geen afstellingen op het systeem.
Als er problemen optreden met de start of de werking, neem dan contact op met een
erkende dealer van Briggs & Stratton.
OPGEPAST
Zorg ervoor dat de stappen hieronder worden uitgevoerd. Het EFI-
systeem kan anders beschadigd raken.
• Start de motor nooit als de accukabels loszitten.
• Draai de sleutel naar de stand UIT voordat de accu wordt losgekoppeld,
verwijderd of geïnstalleerd.
• Gebruik nooit een acculader om de motor te starten.
• Koppel de accukabels nooit los terwijl de motor loopt.
• Bij aansluiting van de accukabels moet altijd eerst de positieve (+) kabel en
daarna de negatieve (-) kabel op de accu worden aangesloten.
• Voordat de accu wordt opgeladen moet de contactsleutel naar de stand UIT
worden gedraaid en de negatieve (-) accukabel van de accu worden losgekoppeld.
• Spuit water niet rechtstreeks op de Electronic Control Module.
Carburateur en motortoerental
Stel de carburateur of het motortoerental nooit af. De carburateur is in de fabriek
afgesteld voor een efficiënte werking onder de meest gangbare omstandigheden.
Verander niets aan de regulateur, koppelingen of andere onderdelen om het
motortoerental te verhogen. Als er afstellingen moeten worden uitgevoerd, neem contact
op met een erkende Briggs & Stratton-servicedealer.
OPGEPAST
De fabrikant van de apparatuur heeft het maximale toerental voor de
motor zoals geïnstalleerd in de apparatuur gespecificeerd.
Overschrijd dit toerental
niet
. Als u niet weet wat het maximale toerental van de apparatuur is of waarop het
motortoerental in de fabriek is ingesteld, neem contact op met een erkende Briggs
& Stratton-servicedealer. Voor een veilige en juiste bediening van de apparatuur
mag het motortoerental uitsluitend worden afgesteld door een gekwalificeerde
servicemonteur.
Voer onderhoud uit aan de bougie.
Zie Afbeelding 8
Controleer de elektrodeafstand (A, Afbeelding 8) met een draadkaliber (B). Stel
zonodig de afstand bij Installeer de bougie en draai deze vast met het aanbevolen
aanhaalkoppel Zie voor afstelling van de elektrodeafstand en het aanhaalkoppel het
deel
Specificaties
.
Opmerking:
*In sommige gebieden schrijven plaatselijke wetten het gebruik voor
van weerstandsbougies om ontstekingssignalen te onderdrukken Indien deze motor
origineel was uitgerust met een weerstandsbougie, gebruik dan voor vervanging
hetzelfde type bougie.
Onderhoud aan het uitlaatsysteem
WAARSCHUWING
Draaiende motoren produceren warmte. Motoronderdelen, vooral
geluiddempers, worden zeer heet.
Ernstige brandwonden kunnen optreden bij contact.
Brandbaar vuil, zoals bladeren, gras en hout, kan in brand vliegen.
• Laat geluiddemper, motorcilinder en koelvinnen afkoelen voordat u ze aanraakt.