
56
NL
Gebruik van het toestel
B
Snelle koelingsfunctie
Met dit model bedraagt de binnentemperatuur gedurende een bepaalde tijd (2,5 u) 2 °C om de
voedingsmiddelen sneller te koelen. Bijvoorbeeld wanneer u de koelkast volledig hebt gevuld.
Modus uitzetten:
1. Nadat de koelkast 2,5 uur in de snelle koelingsmodus heeft gewerkt, schakelt deze
automatisch terug op de vorige modus.
2. Wanneer u een andere modus kiest, stopt de snelle koelingsmodus automatisch.
Controle van de temperatuur van het vriescompartiment
• In het algemeen wordt de stand
NORMAL
gebruikt. De invriestemperatuur is relatief laag
op de stand
COOLER
, terwijl de invriestemperatuur relatief hoog is op de stand
COOL
.
• Als de omgevingstemperatuur hoog is in de zomer, zal het temperatuurbereik variëren
tussen
NORMAL
en
COOL
. Indien de omgevingstemperatuur boven de 35 °C ligt, dan is de
stand
COOL
het meest geschikt.
• Als de omgevingstemperatuur laag is in de winter, zal het temperatuurbereik variëren tussen
NORMAL
en
COOLER
. Indien de omgevingstemperatuur lager ligt dan 10 °C, dan is de stand
COOLER
het meest geschikt.
Bewaring van de voedingsmiddelen
• Uw voedingsmiddelen zullen beter worden bewaard wanneer u ze in de gepaste koelzone
plaatst.
•
De koudste zone van het koelcompartiment bevindt zich onderaan het toestel, boven de
groentebak.
Locatie van de voedingsmiddelen:
• Op de planken: gebakken voedingswaren, bijgerechten en alle voedingswaren die snel
moeten worden opgegeten, verse kazen, charcuterie.