34 / 56
P/N 1070341 • REV 2.0 • ISS 22FEB11
Bekabeling
Aanbevolen bedrading systeem-databus
Er zit een TERM-databus afsluiting op de eerste en laatste
interface op de systeem-databus. Bij een 'ster'-configuratie van
de bekabeling is de TERM-databus afsluiting alleen geplaatst
op de interfaces aan de uiteinden van de twee systeem-
databus kabels.
Figuur 2 inhoud
Items Beschrijving
1.
GND-link (niet plaatsen).
2.
Aard-aansluiting voor aansluitingen afscherming.
3.
Controlepaneel ATS4000 of varianten.
4.
Controlepaneel TERM databus afsluiting geplaatst (eerste
interface in systeem-databus).
5.
Aanbevolen type datakabel: WCAT 52 (tweevoudig twisted
pair).
6.
ATS111x LCD-GI (TERM-switch niet op ON).
7.
Afzonderlijke 12V voeding. Vereist indien GI meer dan 100 m
verwijderd is van het dichtstbijzijnde paneel of DI. Sluit "
−
" aan
op "
−
" van de databus.
8.
ATS125x TERM geplaatst (laatste interface in systeem-
databus).
9. ATS125x
4-deuren
DI
Opmerking:
De lokale databus (niet weergegeven) heeft
dezelfde specificaties. De lokale databus wordt aangesloten op
CON9/CON10 van de ATS125x.
Zie “Aansluiting ATS systeem-databus”, “ATS125x lokale
databus en aardaansluiting”, en onderstaande detail informatie
over de aarding.
Aarding
WAARSCHUWING:
Volg de juiste aardingsprocedure.
Aarding van behuizing met daarin verschillende interfaces
Alle interfaces die voor het systeem zijn ontworpen zijn voorzien
van metalen aardaansluitingen die zijn verbonden met de metalen
behuizing. Zorg ervoor dat de aardaansluitingen goed contact
maken met de metalen behuizing (voorkom dat verf de verbinding
isoleert).
Elke aardaansluiting kan afzonderlijk gebruikt worden voor het
aansluiten van de afscherming van afgeschermde kabels.
Als een interface in een behuizing van kunststof is geplaatst
moet de aardaansluiting ook worden aangesloten, met
uitzondering van interfaces die niet voorzien zijn van een
aardaansluiting.
Aarding van panelen binnen één gebouw
De verschillende behuizingen of interfaces binnen één gebouw
worden geaard op een veiligheidsaardingssysteem. Het
veiligheidsaardingssysteem van het gebouw dient door een
bevoegde installateur worden gecontroleerd.
Aarding van panelen in meerdere gebouwen
Als de bekabeling zich over meerdere gebouwen uitstrekt, dient er
meer dan één veiligheidsaardingssysteem te worden gebruikt.
Gebruik ATS1740 isolators/repeaters om de systeem-databus te
isoleren. Op deze wijze is het systeem beschermd tegen variaties in
aardpotentialen.
Afscherming
De afscherming van alle bekabeling binnen het systeem mag
uitsluitend aan één kant op een gemeenschappelijk
aardingspunt in een gebouw worden aangesloten. Van een
afgeschermde databuskabel dient de afscherming van zowel
de inkomende als de uitgaande kabel te worden aangesloten
als de kabel via meerdere interfaces met een kunststof
behuizing loopt.
Figuur 3 inhoud
Items Beschrijving
1.
Netspanning met lokale aarde.
2.
Aansluiting van de netspanning.
3. Systeem-databus.
4. Aardaansluiting.
5. Gebouw
1.
6. Gebouw
2.
7.
Interface in metalen behuizing.
8.
Interface in kunststof behuizing.
9. ATS
controlepaneel.
Aansluiting ATS systeem-databus
Zie Figuur 7.
De systeem-databus wordt gebruikt voor het aansluiten van DI’s
(bv. ATS125x) en van GI’s (bv. bediendeel) op het ATS-
controlepaneel. Deze externe interfaces kunnen maximaal op
afstand van 1,5 km geplaatst worden van het ATS controlepaneel.
Aan elk externe interface wordt een adres toegewezen. De
interfaces worden in volgorde gepold door het ATS
controlepaneel. Er kunnen maximaal 12 4-deuren DI’s worden
aangesloten op de ATS hoofd systeem-databus.
Gebruiker-interfaces en data-interfaces moeten met een
afgeschermde tweevoudige twisted pair datakabel worden
aangesloten op de systeem-databus (WCAT 52 wordt
aanbevolen).
Sluit de afscherming van de datakabel aan op de aarde van
het ATS controlepaneel. Het andere uiteinde van de
afscherming van de kabel moet niet worden aangesloten.
De 4-deuren DI’s hebben een eigen ingebouwde voeding en
hebben geen voeding nodig via de databus. Tussen het ATS-
controlepaneel en een 4-deuren DI is alleen het aansluiten van
de D+, D
−
en 0V aansluitingen noodzakelijk.
ATS125x lokale databus en aardaansluiting
Zie Figuur 5.
De ATS125x is geschikt voor het aansluiten van 16 gebruikers-
interfaces (LCD-GI’s, Smart Card lezers etc.) op de lokale
databus (CON9/CON10).
De ATS125x lokale databus bestaat uit 2 elektrisch
onafhankelijke databussen. Indien er in één databus een fout
is opgetreden, communiceert de andere databus nog normaal
met de aangesloten interfaces. De locatie van de interfaces op