
31
Afvoerklep gesloten
Afvoerklep open
REINIGING EN ONDERHOUD
Voordat u het apparaat gaat reinigen,
schakelt u het uit en trekt u de stekker
uit het stopcontact.
1. Het apparaat mag niet in water of in een
andere vloeistof gedompeld of in de vaat-
wasser gereinigd worden.
2. Het sapreservoir, de perskegel, het zeef en
de deksel kunnen in warm water met een
mild afwasmiddel gereinigd worden.
3. Veeg de behuizing af met een vochtige doek.
Let op dat er geen water in de motorbehui-
zing kan dringen.
4. Gebruik geen scherpe of schurende poets-
middelen of schuursponsjes.
5. Alle delen moeten volledig droog zijn, voor-
dat u het apparaat opnieuw gebruikt of
opbergt.
6. Zet de stofdeksel op het apparaat, als het
niet gebruikt wordt.
Copyright UNOLD AG | www.unold.de