26 NL/BE
Veiligheid / Gebruik van de Aluminium startkabel
Dit product is geen speelgoed en moet buiten
bereik van kinderen worden gehouden. Kinderen
kunnen de gevaren die zich voordoen bij de
omgang van het apparaat niet inschatten of
herkennen.
LEVENSGEVAAR!
Houd kinderen tijdens het gebruik van het pro-
duct uit de buurt van het werkgebied.
Dit apparaat kan door kinderen vanaf 8 alsook
personen met verminderde psychische, sensori-
sche of mentale vaardigheden of een gebrek
aan ervaring en / of kennis worden gebruikt, als
zij onder toezicht staan of geïnstrueerd werden
met betrekking tot het veilige gebruik van het
apparaat en de hieruit voortvloeiende gevaren
begrijpen. Kinderen mogen niet met het appa-
raat spelen. Reiniging en gebruikersonderhoud
mogen niet door kinderen zonder toezicht wor-
den uitgevoerd.
LET OP! EXPLOSIEGEVAAR!
Gebruik de aluminium startkabels
niet in explosieve omgeving, waarin
zich brandbare dampen, gassen of stoffen
bevinden.
Levensgevaar door
elektrische schok
Controleer voor ieder gebruik de aluminium
startkabels op eventuele beschadigingen. Ge-
bruik de aluminium startkabels nooit, wanneer
u een beschadiging hebt vastgesteld.
LET OP!
Beschadigde kabels kunnen tot levens-
gevaar door een elektrische schok leiden. Ga
in geval beschadigingen, reparaties of andere
problemen aan het product naar een service
center of naar een elektricien.
Open nooit een van de elektrische leidingen
(kabels) en steek nooit een voorwerp in één van
de leidingen. Zulke veranderingen kunnen levens-
gevaarlijk zijn vanwege een elekrische schok.
Veiligheidsaanwijzing
voor de aluminium
startkabel
De capaciteit van de stroomgevende startaccu,
bijv. 45 Ah, (auto B) mag niet veel lager dan
de lege accu (auto A) liggen omdat anders het
starten van het voertuig niet mogelijk is. Er be-
staat overhittingsgevaar.
Er mogen uitsluitend accu’s met gelijke nominale
spanning (12 of 24 volt) met de aluminium
startkabel worden verbonden. Anders bestaat
er kortsluitingsgevaar en het gevaar op be-
schadigingen van boordelektronica en elektrische
componenten.
Tussen de voertuigen (auto A en B) mag geen
carrosseriecontact bestaan of gemaakt wor-
den. Anders bestaat er kortsluitingsgevaar.
BRANDGEVAAR!
Houd ontste-
kers (bijv. open vuur, brandende
sigaren, sigaretten of elektrische
vonken) verwijderd van de startaccu.
VOORZICHTIG! GEVAAR VOOR
LETSEL! RISICO OP OOGLETSEL!
Niet
over de startaccu buigen. De elektrolyt is ook
bij lage temperaturen en onafhankelijk van de
laadtoestand vloeibaar.
De lege startaccu (auto A) mag bij het
starthulpproces niet verwijderd worden van het
bijbehorende boordnet.
De ontstekingen van de voertuigen moeten voor
het aanklemmen van de aluminium startkabel
worden uitgeschakeld en de handrem moet
worden aangetrokken. Zet bij schakelauto’s de
versnelling in de vrij en bij automaten op de
stand ‘P’.
Leg de leidingen van de aluminium startkabels
zo, zodat deze niet door draaiende delen in de
motorkap kunnen worden geraakt.
Gebruik van de aluminium
startkabel
Aanklemmen
Opmerking:
controleer of de beide accu’s,
gevende accu (auto B) en de lege accu (auto A),
91449_Alu_Starthilfekabel_uls_Content_LB3.indd 26
29.05.13 13:14
