18
Bij storingen ten minste 3 minuten wachten met
een nieuwe poging om de verwarming te ontste-
ken, anders ontstaat ontploffingsgevaar!
Als de vlam tijdens de werking dooft, vindt binnen de sluittijd
van de ontstekingszekering (ca. 30 seconden) een onmiddel-
lijke nieuwe ontsteking plaats.
Als er geen vlam tot stand komt, werkt de ontstekingsauto-
maat verder, tot aan de bedieningshendel (a) op „0” gescha-
keld wordt.
Batterijwissel aan de ontstekingsautomaat
Als bij de ingebruikneming geen ontstekingsvonken hoorbaar
zijn of alleen maar met intervallen van meer dan een seconde
moet de batterij vervangen worden.
Vervang de batterij uitsluitend bij een uitgeschakelde verwar-
ming. Plaats voor het begin van de winter een nieuwe batterij!
Verwijder de oude batterij volgens de voorschriften!
Gebruik uitsluitend temperatuurbestendige (+70 °C), uit-
loopveilige mignonbatterijen (LR 6, AA, AM 3, art.-nr.
30030-99200), andere batterijen kunnen functiestoringen
veroorzaken!
Verwijder de bekleding (zie inbouwvoorschriften), schuif
de afdekking van het batterijvak naar boven en vervang de
batterij. Houd rekening met de polariteit. Sluit het batterijvak
(zie inbouwvoorschriften).