NL
Bedieningshandleiding – Luchtontvochtiger TTK 50 E
E - 8
Buiten gebruik stellen
1. Schakel het apparaat uit met de netschakelaar
(zie hoofdstuk "Bedieningselementen").
2. Raak de netstekker niet aan met vochtige of natte
handen.
3. Trek de netstekker uit het stopcontact.
4. Maak het condensreservoir leeg en veeg het met
een schone doek droog. Let op het nadruppelen
van condens.
5. Reinig het apparaat en vooral het luchtfilter
volgens het hoofdstuk "Onderhoud".
6. Het apparaat opslaan volgens het hoofdstuk
"Opslag".
Het apparaat is tijdens de productie meerdere keren
op een goede werking getest. Mochten er desondanks
storingen ontstaan, controleer het apparaat dan op
basis van de volgende lijst.
Het apparaat start niet:
• Controleer de netaansluiting
(230 V/1~/50 Hz).
• Controleer de netstekker op beschadigingen.
• Laat een elektrische controle uitvoeren door
gespecialiseerd bedrijf op het gebied van koel- en
koudetechniek of door TROTEC
®
.
Het apparaat werkt, maar er is geen
condensvorming:
• Controleer of het condensreservoir goed is
geplaatst. Controleer het vulpeil van het
condensreservoir, maak het indien nodig leeg. Het
controlelampje van het condensreservoir mag niet
gaan branden.
• Controleer de vlotter in het condensreservoir op
vervuilingen. Reinig indien nodig de vlotter en het
condensreservoir. De vlotter moet soepel
bewegen.
• Controleer de ruimtetemperatuur. Het werkbereik
van het apparaat ligt tussen 5 en 35 °C.
• Controleer of de relatieve luchtvochtigheid
overeenkomt met de technische gegevens
(min. 40 %).
• Controleer de ingestelde bedrijfsmodus. De
luchtvochtigheid in de opstelruimte moet boven
het gekozen bereik liggen. Draai indien nodig de
draaischakelaar (7) rechtsom richting "MAX" (09).
• Controleer het luchtfilter op vervuilingen. Het
luchtfilter indien nodig reinigen, resp. vervangen.
• Controleer de condensor uitwendig op vervuilingen
(zie hoofdstuk "Onderhoud"). Laat een vervuilde
condensor reinigen door een gespecialiseerd
bedrijf op het gebied van koel- en koudetechniek
of door TROTEC
®
.
Het apparaat maakt herrie, resp. trilt,
condenslekkage:
• Controleer of het apparaat rechtop en op een
vlakke ondergrond staat.
Het apparaat wordt zeer heet, maakt herrie, resp.
capaciteit daalt:
• Controleer de luchtinlaten en het luchtfilter op
vervuilingen. Verwijder uitwendige vervuilingen.
• Controleer het inwendige van het apparaat en
vooral de ventilator, de ventilatorbehuizing, de
verdamper en de condensor uitwendig op
vervuilingen (zie het hoofdstuk "Onderhoud"). Laat
een inwendig vervuild apparaat inwendig reinigen
door een gespecialiseerd bedrijf op het gebied van
koel- en koudetechniek of door TROTEC
®
.
Werkt uw apparaat na deze controles nog niet
probleemloos?
Lever het apparaat in voor reparatie door een
gespecialiseerd bedrijf op het gebied van koel- en
koudetechniek of door TROTEC
®
.
Defecten en storingen