TOPCOM HB 4F00
9
N
E
D
E
RLAN
DS
11 HARTSLAGMETING
11.1 VOORZORGSMAATREGELEN
• Bevestig de band niet te strak.
• Buig of vouw de borstriem niet om schade te voorkomen.
• Door de huid nat te maken op de plaats waar de huid in contact staat
met het geleidende gedeelde van de borstriem, verbetert de geleiding
en dit zorgt voor een stabieler signaal.
• De lichamelijke conditie van een persoon kan de intensiteit van het
gemeten signaal beïnvloeden.
• Gebruik de hartslagmeter niet te dicht in de buurt van een tram, een
tramhalte, elektrische onderstations en hoogspanningsleidingen enz.
Het radiosignaal wordt ook beïnvloed door hoogspanning en sterke
elektromagnetische velden in de omgeving.
11.2 DE ZENDRIEM GEBRUIKEN
Maak de gesp aan één kant vast. Probeer of de borstriem rond uw borst
past en maak de elastische band iets losser indien nodig.
Pas de lengte van de elastische band aan tot hij comfortabel zit. De
elastische band moet vast tegen de borst gedrukt zitten. Maak de gesp aan
de andere kant vast. Schuif de sensor naar het midden van uw borst en
zorg ervoor dat de achterkant van de sensor stevig tegen uw borst gedrukt
zit en uw huid raakt.
De borstriem moet gedragen worden wanneer u de hartslagfunctie
gebruikt.