66 BDA Tomtar TOKIN Version 1.1 13.01.14
Zelf rijden en remmen
Rij voor de eerste keer voorzichtig op vlak terrein onder begeleiding
van een andere persoon, tot u gewend bent geraakt aan de nieuwe
rolstoel. Alleen door oefening mag u aan het verkeer deelnemen. U
moet vooral voorzichtig zijn bij het rijden op hellingen en het nemen
van obstakels.
Laat de grijphoepel tussen duim en gebogen wijsvinger glijden en
knijp af en toe licht om gedoseerd af te remmen.
Om de rolstoel te draaien, remt u met de grijphoepel af aan de kant
die u sturen wilt of draaien wilt. Om op uw plek te draaien, duwt u
met een hand naar voren en met de andere naar achteren.
Let op!
Let er bij het aandrijven op, dat u de band niet met uw
duim aanraakt.
De rolstoel wordt met
de wielen aangedreven
en afgeremd. Daarbij
wordt de hand op de
grijphoepel gelegd,
waarbij alleen de duim
en de gebogen
wijsvinger de
grijphoepel aanraken.
De andere vingers
worden in een vuist
gesloten.