119
seconden nog steeds niet het geval is, neem dan de batterijen eruit en wacht 10
seconden alvorens deze weer te plaatsen.
3.
Nadat de batterijen in de sensor zijn geplaatst begint het temperatuurstation data van de
sensor te ontvangen. De buitentemperatuur en het pictogram van de signaalontvangst
zullen nu door het temperatuurstation worden weergegeven. Als dit na 5 minuten niet het
geval is, moeten de batterijen eruit genomen worden en men herstart vanaf stap 1.
4.
Teneinde voldoende ontvangst van het 868 MHz-zendsignaal te verzekeren mag de
afstand tussen de sensor en de uiteindelijke positie van het temperatuurstation niet meer
bedragen dan 100 meter (zie opmerkingen onder “
Ophangen
” en “
868 MHz-
ontvangst
”).
5. Zodra de op afstand gemeten temperatuur door het temperatuurstation is ontvangen en
wordt weergegeven, wordt automatisch de ontvangst van de DCF-tijd (radiografisch
bestuurde tijd) gestart. Dit duurt normaliter en in gunstige omstandigheden tussen 3-5
minuten. Als de DCF-tijd na 10 minuten nog steeds niet is ontvangen, druk dan op de
SET-toets om handmatig de tijd in te voeren.