21
NL
RF-module bij watermeter radio:
Ö
Het vervangen van de batterij is niet noodzakelijk en niet toegestaan.
Montage
Toegelaten inbouwposities
Nauwkeurigheidsklasse R xxx
H
/ xxx
V
H
V
V
V
H
= horizontaal,
V
= verticaal
Voorwaarden:
•
Meter met radiomodule: Afstand tot stroomleidingen ≥ 300 mm.
•
Afsluiters voor een latere metervervanging.
•
Op het leidingennet aangesloten apparaten uitschakelen om beschadigingen door een te
hoge druk of een te hoge temperatuur te vermijden.
Montage van nieuwe meters:
1
Leidingen grondig spoelen.
2
Afsluiter voor het aansluitstuk sluiten.
3
Voorzorgsmaatregelen treffen zodat de eventueel op de leidingen aangesloten appara-
ten niet worden beschadigd (bijv. boiler/zekeringen uitschakelen).
4
Leidingen ledigen.
5
Alleen bij montage in het UP-aansluitstuk met de geschuimde inbouwhulp:
Inbouwhulp op de vereiste lengte verkorten.
6
Demontagesleutel met zeskantig schacht uiteinde op de blinde deksel plaatsen en
uitdraaien.
8
Dichtingsvlakken van het aansluitstuk en schroefdraad van de meetinzet lichtjes
invetten.
9
Meetinzet in het aansluitstuk schroeven tot de O-ring op het dichtingsvlak ligt.
10
Meetinzet met de montagesleutel (artikelnr.: 160 007) met een
omwenteling van
1
/
8
tot max.
1
/
4
met de hand vastdraaien.
11
Afsluiter langzaam openen en de leiding via het tappunt ontluch-
ten.
12
Boiler of zekeringen opnieuw inschakelen.
13
Functietest uitvoeren.
14
Tappunten sluiten en dichtheid van de meetinzet controleren.
15
Verzegelring met montagesleutel over de meetinzet schuiven tot ze in elkaar sluiten.
8