46
Te veel spanningsverliezen in
de accu kabels en/of accu
aansluitingen.
Zorg ervoor dat de accu
kabels voldoende capaciteit
(kwadratuur) hebben.
Controleer of alle accu
aansluitingen solide en
corrosie vrij zijn.
Belasting op de accu
verbruikt teveel stroom
gedurende het laden.
Schakel de belasting uit, of
ontkoppel deze van de accu.
Laadstroom is te laag.
Hoge omgevingstemperatuur Probeer de temperatuur
rond de Powersine Combi te
verlagen.
Lader opereert in de
absorptie laadfase.
Doe niets. De accu is bijna
volledig opgeladen en
verbruikt daardoor minder
stroom van de lader.
Mode indicator LED’s
‘inverter on’, ‘charger on’ en
‘AC in’ geven één flits per
keer in rood (accu error).
Accu spanning is te laag (<
8V@12V of <16V@24V of
<32V@48V).
Accu is defect, vervang deze.
Of de accu is zeer diep
ontladen. Laat deze dan
langzaam herstellen tot
boven de 8.5V (17V@24V)
zodat de AC transfer switch
en lader weer op kunnen
starten.
Accu spanning is te hoog (>
16.5V@12V of >33V@24V of
>66V@48V).
Controleer of een externe
bron op het DC systeem de
accu spanning teveel laat
stijgen.
Te hoge rimpelspanning op
de DC ingang (manuele
herstart noodzakelijk).
Controleer de accu
aansluitingen. Reduceer de
accu kabel lengte. Vergroot
de accu capaciteit of kabel
diameter. Zorg ervoor dat er
geen andere bronnen een
hoge rimpelspanning
produceren op het DC
systeem.
Alleen mode indicator LED
‘inverter on’ geeft één flits
per keer in rood.
Accu spanning is te laag
(<10V@12V of <20V@24V of
<40V@48V).
Bied een AC signaal aan op
de AC ingang en start een
laadproces. Wanneer een
andere uitschakelspanning
gewenst is in ‘Battery protect
On’ mode, kan Dashboard
gebruikt worden.