-Selecteer het gewenste programma voor de
datum die knipperend wordt weergegeven
met knoppen (4) en (5).
-Druk na selectie van het programma op (2).
-Herhaal deze stappen totdat alle dagen van de
week geprogrammeerd zijn.
-Druk op (3) wanneer u gereed bent met de
instelling van het wekelijkse programma.
VEILIGHEIDSBLOKKERING:
-De knoppen worden geblokkeerd wanneer ze
niet bediend worden gedurende een minuut.
-
Wordt op het scherm weergegeven.
-Druk gelijktijdig op knoppen (4) en (5) om het
apparaat aan te zetten.
NA GEBRUIK VAN HET APPARAAT:
-Stop het apparaat door op de aan-/uitknop te
drukken.
-Stop het apparaat door op de aan-/uitschakela-
ar te drukken.
-Trek de stekker uit het stopcontact.
-Reinig het apparaat.
THERMISCHE BEVEILIGING:
-Dit apparaat beschikt over een thermische
beveiliging die het apparaat tegen oververhitting
beveiligt.
-Wanneer het apparaat afwisselend aan- en
uitschakelt zonder dat dit een gevolg is van de
thermostaat, moet u controleren of de luchttoe-
voer of –uitlaat wordt geblokkeerd of belemmerd
door een voorwerp.
-Wanneer het apparaat spontaan uitschakelt en niet
opnieuw inschakelt, trek de stekker uit het stopcon-
tact en wacht 15 minuten alvorens de stekker
opnieuw in het stopcontact te steken. Indien het
apparaat dan nog steeds niet werkt, neem contact
op met een erkende technische dienst.
REINIGING
-Trek de stekker uit het stopcontact en laat het
apparaat afkoelen alvorens het te reinigen.
-Maak het apparaat schoon met een vochtige
doek met een paar druppels afwasmiddel en
droog het daarna goed af.
-Gebruik geen oplosmiddelen of producten met
een zure of basische pH zoals bleekwater, noch
schuurmiddelen, om het apparaat schoon te
maken.
-Zorg ervoor dat er geen water of andere vloeis-
tof binnendringt via de ventilatie-openingen, om
schade aan de functionele delen in het inwendi-
ge van het apparaat te voorkomen.
-Dompel het apparaat niet onder in water of
een andere vloeistof en houd het niet onder de
kraan.
-Indien het apparaat niet goed schoongehouden
wordt, kan het oppervlak achteruit gaan en de
levensduur van het apparaat verkort worden, en
kan er een gevaarlijke situatie ontstaan.
STORINGEN EN REPARATIE
-Breng het apparaat bij storing naar een erkende
Technische Dienst. Probeer het apparaat niet
zelf te demonteren of te repareren, want dit kan
gevaarlijk zijn.
VOOR EU-VERSIES VAN HET PRODUCT EN/
OF INDIEN VAN TOEPASSING IN UW LAND:
ECOLOGIE EN HERGEBRUIK VAN HET PRO-
DUCT
-Het verpakkingsmateriaal van dit apparaat is
geschikt voor inzameling, classificatie en her-
gebruik. U kunt dit materiaal wegwerpen in de
openbare afvalcontainers die voor de desbetre-
ffende typen materiaal zijn bestemd.
-Het product bevat geen materialen die schadeli-
jk zijn voor het milieu.
Dit symbool betekent dat u het product
aan het eind van zijn levenscyclus moet
afgeven aan een erkende afvalverwerker
ten behoeve van de gescheiden
verwerking van Afgedankte Elektrische
en Elektronische Apparatuur (AEEA).
Dit apparaat voldoet aan de Richtlijn 2014/35/EU
aangaande Laagspanning, de Richtlijn 2014/30/
EU aangaande Elektromagnetische Compatibi-
liteit en de Richtlijn 2011/65/EU aangaande res-
tricties van het gebruik van bepaalde gevaarlijke
stoffen in elektrische en elektronische apparatuur.