► Controleren of er op de geplande plaats
geen elektrische bedrading en leidingen in
de muur zitten.
■ Als de acculader niet zoals in deze handlei‐
ding staat beschreven op de muur is gemon‐
teerd, kan de acculader of de accu van de
muur vallen of kan de acculader te heet wor‐
den. Personen kunnen letsel oplopen en er
kan beschadiging optreden.
► Acculader zo op de muur monteren als in
deze handleiding staat beschreven.
■ Als de acculader met aangebrachte accu op
een muur wordt gemonteerd, kan de accu uit
de acculader vallen. Personen kunnen letsel
oplopen en er kan beschadiging optreden.
► De acculader eerst aan de muur monteren
en daarna de accu plaatsen.
4.8
Vervoeren
WAARSCHUWING
■ Tijdens het vervoer kan de acculader omvallen
of verschuiven. Personen kunnen letsel oplo‐
pen en er kan materiële schade ontstaan.
► De netstekker uit de contactdoos trekken.
► Accu wegnemen.
► De acculader met spanbanden, riemen of
een net dusdanig beveiligen, dat deze niet
kan kantelen en niet kan verschuiven.
■ De aansluitkabel is niet bedoeld om de accula‐
der daaraan te dragen. De aansluitkabel en de
acculader kunnen worden beschadigd.
► De aansluitkabel opwikkelen en aan de
acculader bevestigen.
4.9
Opslag
WAARSCHUWING
■ Kinderen kunnen de gevaren van de accula‐
der niet herkennen en ook niet inschatten. Kin‐
deren kunnen ernstig of zelfs dodelijk letsel
oplopen.
► Netstekker uit de contactdoos trekken.
► De acculader buiten het bereik van kinde‐
ren opslaan.
■ De acculader is niet beschermd tegen alle
invloeden van buitenaf. Als de acculader aan
bepaalde invloeden van buitenaf wordt bloot‐
gesteld, kan de acculader worden beschadigd.
► Netstekker uit de contactdoos trekken.
► Als de acculader warm is: de acculader
laten afkoelen.
► De acculader schoon en droog opslaan.
► De acculader in een gesloten ruimte
opslaan.
► De acculader opslaan bij temperaturen tus‐
sen de + 5 °C en + 40 °C.
■ De aansluitkabel is niet bedoeld om de accula‐
der daaraan te dragen of op te hangen. De
aansluitkabel en de acculader kunnen worden
beschadigd.
► De acculader bij het huis vastpakken en
vasthouden. Aan de acculader is een hand‐
greepkom aangebracht voor het gemakke‐
lijk optillen van de acculader.
► De acculader ophangen aan de muurhou‐
der.
4.10
Reiniging, onderhoud en repa‐
ratie
WAARSCHUWING
■ Agressieve reinigingsmiddelen, het reinigen
met een waterstraal of puntige voorwerpen
kunnen de acculader beschadigen. Als de
acculader niet op de juiste wijze werd gerei‐
nigd, kunnen componenten niet meer correct
functioneren en kunnen de veiligheidsinrichtin‐
gen zijn uitgeschakeld. Personen kunnen ern‐
stig letsel oplopen.
► De acculader zo reinigen als in deze hand‐
leiding staat beschreven.
■ Als de acculader niet correct werd onderhou‐
den of gerepareerd, kunnen componenten niet
meer correct functioneren en kunnen de veilig‐
heidsinrichtingen zijn uitgeschakeld. Personen
kunnen ernstig of dodelijk letsel oplopen.
► De acculader nooit zelf onderhouden of
repareren.
■ Als de aansluitkabel defect of beschadigd is:
► Aansluitkabel door een STIHL dealer laten
vervangen.
5
Acculader klaar maken
voor gebruik
5.1
Acculader klaar maken voor
gebruik
Telkens voor het begin van de werkzaamheden
moeten de volgende handelingen worden uitge‐
voerd:
► Controleren of de acculader zich in een veilige
staat bevindt, 4.5.
► Als deze handelingen niet kunnen worden uit‐
gevoerd: de acculader niet gebruiken en con‐
tact opnemen met een STIHL dealer.
Nederlands
5 Acculader klaar maken voor gebruik
102
0458-010-9921-A