gevaar voor ernstig of dodelijk letsel aanwezig
is en kan materiële schade ontstaan.
► De acculader zo gebruiken als in deze
handleiding staat beschreven.
4.3
Vereisten aan de gebruiker
WAARSCHUWING
■ Gebruikers die niet zijn geïnstrueerd kunnen
de gevaren van de acculader niet herkennen
of niet inschatten. De gebruiker of andere per‐
sonen kunnen ernstig of zelfs dodelijk letsel
oplopen.
► De gebruiksaanwijzing lezen, begrij‐
pen en bewaren.
► Als de acculader aan een andere persoon
wordt overhandigd: de handleiding meege‐
ven.
► Zorg ervoor dat de gebruiker aan de vol‐
gende vereisten voldoet:
–
De gebruiker is uitgerust.
–
De gebruiker is lichamelijk, sensorisch
en geestelijk in staat de acculader te
bedienen. Als de gebruiker met licha‐
melijke, sensorische of geestelijke
beperkingen daartoe in staat is, mag de
gebruiker er alleen onder toezicht of na
instructie door een verantwoordelijke
persoon mee werken.
–
De gebruiker kan de gevaren van de
acculader herkennen en inschatten.
–
De gebruiker is meerderjarig of de
gebruiker wordt conform nationale
regelgeving onder toezicht voor een
beroep opgeleid.
–
De gebruiker is geïnstrueerd door een
STIHL dealer of een hiertoe vakkundig
persoon, voordat deze voor de eerste
keer de acculader in gebruik neemt.
–
De gebruiker is niet onder invloed van
alcohol, medicijnen of drugs.
► Als er onduidelijkheid bestaat: contact
opnemen met een STIHL dealer.
4.4
Werkgebied en omgeving
WAARSCHUWING
■ Buitenstaanders, kinderen en dieren kunnen
de gevaren van de acculader en de elektri‐
sche stroom niet herkennen en ook niet
inschatten. Buitenstaanders, kinderen en die‐
ren kunnen ernstig of fataal letsel oplopen.
► Buitenstaanders, kinderen en huisdieren op
afstand houden.
► Zorg ervoor dat kinderen niet met de accu‐
lader kunnen spelen.
■ De acculader is niet waterdicht. Als er in de
regen of in een vochtige omgeving wordt
gewerkt, kan dit leiden tot een elektrische
stroomstoot. De gebruiker kan letsel oplopen
en de acculader kan worden beschadigd.
► Deze niet gebruiken in de regen en
niet in een vochtige omgeving.
■ De acculader is niet beschermd tegen alle
invloeden van buitenaf. Als de acculader aan
bepaalde invloeden van buitenaf is blootge‐
steld, kan de acculader in brand vliegen of
exploderen. Personen kunnen ernstig letsel
oplopen en er kan materiële schade ontstaan.
► Acculader in een gesloten en droge ruimte
gebruiken
► Acculader niet in een licht ontvlambare en
ook niet in een explosieve omgeving
gebruiken.
► Acculader niet op een licht ontvlambare
ondergrond gebruiken.
► De acculader gebruiken bij temperaturen
tussen de + 5 °C en + 40 °C en bij deze
temperaturen ook opslaan.
■ Personen kunnen struikelen over de aansluit‐
kabel. Personen kunnen letsel oplopen en de
acculader kan worden beschadigd.
► De aansluitkabel plat op de vloer leggen.
4.5
Veilige staat
De acculader verkeert in de veilige staat als aan
de volgende voorwaarden is voldaan:
–
De acculader is niet beschadigd.
–
De acculader is schoon en droog.
WAARSCHUWING
■ In een niet-veilige staat kunnen componenten
niet meer correct functioneren en kunnen de
veiligheidsinrichtingen zijn uitgeschakeld. Per‐
sonen kunnen ernstig of zelfs dodelijk letsel
oplopen.
► Een onbeschadigde acculader gebruiken.
► Als de acculader vervuild of nat is: accula‐
der reinigen en laten drogen.
► Aan de acculader geen wijzigingen aan‐
brengen.
► Geen voorwerpen in de openingen van de
acculader steken.
► Elektrische contacten van de acculader niet
met metalen voorwerpen verbinden en kort‐
sluiten.
► De acculader niet demonteren.
Nederlands
4 Veiligheidsinstructies
100
0458-010-9921-A