Een algemeen geldende gebruiksduur kan niet
worden vastgesteld, omdat deze van meerdere
factoren afhankelijk is.
De gebruiksduur wordt verlengd door:
–
Bescherming van de handen (warme hand‐
schoenen)
–
Rustpauzes
De gebruiksduur wordt verkort door:
–
Bijzondere persoonlijke aanleg voor slechte
doorbloeding (kenmerk: vaak koude vingers,
kriebelen)
–
Lage buitentemperaturen
–
De mate van kracht uitgeoefend door de han‐
den (stevig beetpakken beïnvloedt de door‐
bloeding nadelig)
Bij regelmatig, langdurig gebruik van het appa‐
raat en bij het herhaald optreden van de betref‐
fende symptomen (bijv. vingers kriebelen) wordt
een medisch onderzoek geadviseerd.
2.8
Onderhoud en reparaties
Voor alle werkzaamheden aan het apparaat altijd
het apparaat uitschakelen en de netsteker los‐
trekken. Door het onbedoeld aanlopen van de
motor – kans op letsel!
Het motorapparaat regelmatig onderhouden.
Alleen die onderhouds- en reparatiewerkzaam‐
heden uitvoeren die in de handleiding staan
beschreven. Alle andere werkzaamheden laten
uitvoeren door een geautoriseerde dealer.
STIHL adviseert onderhouds- en reparatiewerk‐
zaamheden alleen door de STIHL dealer te laten
uitvoeren. De STIHL dealers worden regelmatig
geschoold en hebben de beschikking over Tech‐
nische informaties.
Alleen hoogwaardige onderdelen monteren. Als
dit wordt nagelaten is er kans op ongelukken of
schade aan het apparaat. Bij vragen contact
opnemen met een geautoriseerde dealer.
STIHL adviseert originele STIHL onderdelen te
monteren. Deze zijn qua eigenschappen opti‐
maal op het apparaat en de eisen van de gebrui‐
ker afgestemd.
Geen wijzigingen aan het motorapparaat aan‐
brengen – de veiligheid kan hierdoor in gevaar
worden gebracht – kans op ongelukken!
De netkabel en de netsteker regelmatig op
goede isolatie en veroudering (breuk) controle‐
ren.
Elektrische componenten, zoals bijv. de netkabel
mogen alleen door elektriciens worden gerepa‐
reerd, resp. vervangen.
Kunststof onderdelen reinigen met een doek.
Agressieve reinigingsmiddelen kunnen het kunst‐
stof beschadigen.
Het apparaat niet met water afspuiten.
De bevestigingsbouten van de beschermkappen
en het snijgarnituur op vastzitten controleren en
indien nodig vastdraaien.
De koelluchtsleuven in het motorhuis indien
nodig reinigen.
Het apparaat veilig in een droge ruimte opslaan.
3
Gebruik
3.1
Knipseizoen
Voor het knippen van heggen de nationaal gel‐
dende, resp. lokale voorschriften in acht nemen.
Niet tijdens de algemeen gebruikelijke rusttijden
knippen.
3.2
Voorbereiding
Dikke twijgen en takken eerst met een snoei‐
schaar of motorzaag verwijderen.
3.3
Werkvolgorde
Als een heg fors moet worden teruggesnoeid,
stapsgewijs in meerdere fasen werken.
Eerst de beide zijkanten van de heg en vervol‐
gens de bovenkant knippen.
3.4
Milieuverantwoord afvoeren
De afgezaagde takken niet bij het huisvuil gooien
– de takken kunnen worden gecomposteerd!
Nederlands
3 Gebruik
78
0458-277-9621-B