9
In de gebouw installatie
moen
een
meerpolige schakelaar met een
kontakt openimg van mindestens
3 mm voorhanden zijn.
Het apparaat mag niet aan druip- of
spatwater blootgesteld worden!
Zorg voor voldoende ventilatie. Let
er vooral ook op dat de ventilatie-
openingen niet afgedekt worden.
Let op
a
Indien bij een interkominstallatie
SIC 3000-... de klemmen 9 en 10
doorverbonden zijn, maar er is geen
maziek overdracht aangesloten, dan
meet
er een doorverbinding aange-
bracht worden tassen de Klemmen
9 en 10.
b
Zijn de klemmen 9 en 10 miet
doorverbonden, dan
meet op
iedere
SIC 3000-... een
doorverbinding aangebracht worden
tussen de klemmen 9 en 10.
Leidingmateriaal
Voor de buszijde van de installatie
dienen telefoonleidingen gebruikt
worden.
JY(St)Y afgeschermde
twisted
pairleidingen, aderdia-
meter 0,8 mm
A2Y(St)2Y telefoongrondkabel met
aardleiding, 0,8 mm dia-
meter.
De netaansluiting dient in overeen-
stemming te zijn met
de voorschrif-
ten
.
Aansluit- en overzichtsaansluitsche-
ma’s treft u aan in
"Siedle Inter-
komen Multi Systeem Planning
en Installatie".
In de overzichtsaansluitschema’s
worden de vereiste aantallen aders
aangegeven. Er dient rekening ge-
houden te worden met reserveaders
i.v.m. eventuele latere uitbreidingen.
Leidinglengte/bereik
De totale weerstand van de leiding
bedraagt bij een aderdiameter van
0,8 mm 80
fi
/km. Het spannings-
verlies bedraagt 0,16 V/10 m per
SIC 3000-... . De spanning mag aan
geen van de interkomapparaten
lager worden dan 20 V DC.
Bij een eenvoudige opbouw van de
installatie, d. w. z. de installatie
bestaat slechts uit een globalbus
systeem, is de kaabellengte van de
totale bus max. 1000 meter, inklu-
sief alle aftakkingen. Bij installaties
met meerdere bussen is de kabel-
lengte per bus tot 400 meter
beperkt. Onder de kabellengte c. q.
bereik wordt de totale kabellengte
inklusief alle aftakkingen begrepen.
Netapparaten moeten, in over-
eenstemming met de belasting
over het kabelnet verdeeld te
worden.
Leidingaanleg.
Ten einde in overeenstemming te
blijven met de veiligheidsbepalingen
voor telefooninstallaties volgens
VDE 0100 en VDE 0800 en ter voor-
koming van storingen, dienen de
leidingen voor sterkstroom en zwak-
stroom gescheiden aangelegd te
worden met een minimum onder-
linge afstand van 10 cm.
Montage
2
Opbouwmontage met accessoire
ZAP 3000-0
Belangrijk
Bij opbouwmontage dient "be-
scherming tegen direkte aanra-
king" van aktieve onderdelen ge-
garandeerd te zijn.
Hiertoe dient rekening gehouden
te worden met de voorschriften.
3
Netgelijkrichter op rail monteren
(verdeelinrichting)
4 Inbedrijfname
Nadat de installatie deskundig geïn-
stalleerd is en na het instellen van de
adressen van de afzonderlijke
systeemkomponenten kan de instal-
latie in gebruik worden genomen.
Onder de transparante afdekking
bevinden zich 3 LED’s:
Power
(netspanning aanwezig)
ON
(aan)
Bus
(busspanning aanwezig)
en 2 toetsen ON OFF Primaire
zekering S1
Bovendien is aansluiting van externe
drukknoppen mogelijk via de aan-
sluitklemmen “ext. ON” en “ext.
OFF”. (drukknopplaatsen).
Alle netgelijkrichters zijn met de pri-
maire zijde aangesloten op het snet,
d.w.z. de LED “power” brandt.
5
De afdekking wordt afgenomen
door hem voorzichtig met de vingers
midden in de bovenrand los te trek-
ken. Met de toets “ON” worden alle
netapparaten op dezelfde bus inge-
schakeld. Op elk netvoedingappa-
raat gekoppeld aan deze bus gaan
nu alle LED’s branden, de installatie
staat onder bedrijfsspanning. Door
de “Uit”-toets in te drukken word de
bus uitgeschakeld, d.w.z. dat alleen
nog de “Power”-LED brandt.
6 Automatisch inschakelen
a
Door een brug te leggen van klem
2 naar “ext ON”, vindt automatische
inschakeling plaats na een stroom-
storing. Door deze brug wordt de
funktie van de toetsen opgeheven.
Tussen een inschakelimpuls en een
uitschakelimpuls dienen ten minste
1,5 seconden te verstrijken, daar an-
ders de funktie niet wordt uitge-
voerd.
Belangrijk!
Een netgelijkrichter NG 3004-0 kan
maximaal 4 aansluiteenheden
voeden. Bij meer dan 4 aansluiteen-
heden is per vier aansluiteenheden
een extra netgelijkrichter NG 3004-0
vereist.
Netgelijkrichters NG 3004-0 en
NG 3013-0 mogen niet gelijktijdig
in één installatie ingezet worden.
Een SiC 3000-... = 1 aansluiteenheid
Een TLC 3000-...= 1 aansluiteenheid
Een BC 3000-... = 0,5 aansluiteen-
heid voor de localbuskant en
0,1 aansluiteenheid voor de global-
buskant.
Technische gegevens voor
NG 3004-0
• Primair 230 V/50-60 Hz +6%-10%
• Secundair 27 V DC, 0,5 A ,
geregeld (bij max. belasting
min. 26 V DC)
• Veiligheidsnorm IP 20
• Afmetingen 180 x 89 x 60
• Gewicht 1,2 kg.
