20 NEDERLANDS
Apparaat opstellen
Plaats de compressor op een vlakke ondergrond in een goed geventileerde, voldoende grote ruimte.
De ruimtetemperatuur mag niet meer dan 35 °C bedragen.
1. Verwijder de beschermende vullingen.
2. Schroef de bijgeleverde manometer op de compressor.
3. Verbind de verfspuit met de compressor door middel van de aansluitslang.
Ingebruikname van de compressor
Sluit de compressor op het stroomnet aan en schakel hem via de netschakelaar in (stand I). De com-
pressor bouwt zijn werkdruk op en stopt automatisch als de maximumdruk is bereikt. Wordt de com-
pressor lucht ontnomen en onderschrijdt de luchtdruk in de compressor 40 PSI/2,8 bar, dan start de
compressor weer, tot hij zijn maximumdruk opnieuw heeft bereikt.
Werkdruk instellen
De gewenste werkdruk kan aan de drukregelaar, met ingedrukte hendel aan het airbrushapparaat,
worden ingesteld. De werkdruk wordt op de manometer aangegeven.
1. Trek de draaiknop uit.
2.
Druk verhogen:
draai de draaiknop met de klok mee.
Druk verminderen:
draai de draaiknop tegen de klok in.
3. Als u de gewenste werkdruk hebt ingesteld, drukt u de draaiknop weer in.
1
2
3
1
2
3