8
NL
* Het wachtwoord kan, afhankelijk van het
apparaat, "toegangscode", "PIN-code", "PIN-
getal", "wachtwoord", enz. worden genoemd.
Als de koppeling doorgevoerd is, blijft
branden.
7
Selecteer dit apparaat op het
BLUETOOTH-toestel om de BLUETOOTH-
verbinding te activeren.
of
licht op wanneer de verbinding tot
stand is gebracht.
Opmerking
Zolang er een BLUETOOTH-verbinding actief is, kan dit
apparaat niet worden gedetecteerd vanaf een ander
toestel. U kunt detectie mogelijk maken door de
koppelingsstand in te schakelen en dit apparaat vanaf
een ander apparaat te zoeken.
Het koppelen annuleren
Voer stap 2 en 3 uit om de koppelingsstand te
annuleren wanneer dit apparaat en het
BLUETOOTH-toestel gekoppeld zijn.
Om een gekoppeld toestel te kunnen gebruiken,
moet het verbonden zijn met dit apparaat.
Sommige gekoppelde toestellen worden
automatisch verbonden.
1
Druk op CALL.
2
Druk op
/
om [BT SIGNL] te selecteren
en druk vervolgens op ENTER.
Controleer of
oplicht.
3
Activeer de BLUETOOTH-functie op het
BLUETOOTH-toestel.
4
Bedien het BLUETOOTH-toestel om
verbinding te maken met dit apparaat.
of
licht op.
Pictogrammen op het display:
Verbinding maken met het laatst verbonden
toestel vanaf dit apparaat
Activeer de BLUETOOTH-functie op het
BLUETOOTH-toestel.
Druk op SOURCE.
Selecteer [BT PHONE] of [BT AUDIO].
Druk op ENTER om verbinding te maken met de
mobiele telefoon of op PAUSE om verbinding te
maken met het audioapparaat.
Opmerking
Tijdens het streamen van BLUETOOTH-audio kunt u niet
vanaf dit apparaat een verbinding tot stand brengen
met de mobiele telefoon. Maak in plaats daarvan
verbinding met dit apparaat vanaf de mobiele telefoon.
Tip
Met BLUETOOTH-signaal ingeschakeld: wanneer u de
contactsleutel omdraait, brengt dit apparaat
automatisch opnieuw de verbinding tot stand met de
mobiele telefoon waar het het laatst mee verbonden
was.
Microfoon installeren
Meer informatie over het aansluiten van de
microfoon vindt u in de bijgeleverde handleiding
"Montage/Aansluitingen".
Door de N-markering op het apparaat aan te raken
met een smartphone die ondersteuning biedt voor
NFC*, wordt het apparaat automatisch gekoppeld
en verbonden met de smartphone.
* NFC (Near Field Communication) is een technologie
voor draadloze communicatie op korte afstand tussen
diverse apparaten, zoals mobiele telefoons en IC-
tags. Dankzij de NFC-functie is
gegevenscommunicatie eenvoudig mogelijk door
gewoon het relevante symbool of de gewenste
locatie aan te raken op voor NFC geschikte apparaten.
Voor een smartphone waarop Android OS 4.0 of
lager geïnstalleerd is, moet de app "NFC Easy
Connect" gedownload worden in Google Play™. De
app kan in bepaalde landen/regio's mogelijk niet
worden gedownload.
1
Activeer de NFC-functie op de
smartphone.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de
smartphone voor meer informatie.
Verbinding maken met een gekoppeld
BLUETOOTH-toestel
Licht op wanneer er een mobiele
telefoon verbonden is met het apparaat.
[0000]
Wachtwoord invoeren
Licht op wanneer er een audioapparaat
verbonden is met het apparaat.
Geeft de signaalsterkte aan van de
aangesloten mobiele telefoon.
Verbinding maken met een
smartphone door middel van One
touch (NFC)