10
NL
Waarschuwingen
• Installeer dit toestel niet in een auto die geen ACC-
positie heeft. Doet u dat wel, dan zal het scherm
van het toestel zelfs na het uitzetten van de motor
niet uitschakelen, waardoor de batterij leeg zal
raken.
• Sluit alle aardingskabels op een
gemeenschappelijk aardpunt aan.
• Zorg ervoor dat de kabels niet onder een schroef
of tussen bewegende onderdelen (bv. een
zetelrail) terechtkomen.
• Voordat u de aansluitingen maakt, moet u het
contact uitzetten om kortsluiting te vermijden.
• Sluit de voedingskabels
aan op het toestel en
de luidsprekers voordat u deze op de
hulpvoedingsaansluiting aansluit.
• Voorzie niet-aangesloten kabels om
veiligheidsredenen altijd van isolatietape.
• Kies de installatieplaats zorgvuldig zodat het
toestel de bestuurder niet hindert tijdens het
rijden.
• Installeer het toestel niet op plaatsen waar het in
contact komt met stof of vuil of waar het
blootgesteld wordt aan sterke trillingen of hoge
temperaturen, zoals in direct zonlicht of in de
buurt van verwarmingskanalen.
• Gebruik voor het veilig en stevig monteren van het
toestel uitsluitend de bijgeleverde
montageonderdelen.
• Gebruik altijd de bijgeleverde USB-verlengkabels.
• Afhankelijk van het type auto kan dit toestel
mogelijk niet correct geïnstalleerd worden.
Raadpleeg "Het toestel correct installeren"
(pagina 10) voor meer informatie over de
installatie van het toestel.
• Wees voorzichtig dat u het scherm tijdens de
installatie niet laat vallen om letsels te
voorkomen.
• Let tijdens de installatie op dat u zich niet in de
vingers snijdt met de metalen onderdelen van de
beugels en montagesteun.
• Wees voorzichtig dat uw vingers niet geklemd
raken bij het bevestigen van het scherm aan het
toestel.
• Monteer het toestel niet op een plaats waar het u
kan hinderen tijdens het rijden (bv. waar de
versnellingspook het toestel kan raken of u de
gevarenknop niet kunt indrukken).
• Na langdurig gebruik van het toestel is het
mogelijk dat de schroeven die het scherm op zijn
plaats houden, loskomen. Span deze schroeven
regelmatig aan.
• Breng alleen aanpassingen of wijzigingen aan het
toestel aan die in de handleiding beschreven
staan.
Opmerking over de voedingskabel (geel)
Wanneer u dit toestel aansluit samen met andere
stereocomponenten, moet het vermogen van de
aangesloten autostroomkring groter zijn dan de som van de
zekeringen van elke component afzonderlijk.
Opmerking bij de installatie van het toestel in auto's
met een start-stopsysteem
Het toestel wordt mogelijk opnieuw opgestart wanneer de
motor wordt gestart terwijl het start-stopsysteem actief is.
Schakel in dit geval het start-stopsysteem van uw auto uit.
Opmerking bij de installatie van het toestel in auto's
met een elektrische handrem
Bij auto's met een elektrische handrem is het mogelijk dat
bepaalde gerelateerde functies (zoals de
videoblokkeringsfunctie) niet goed werken.
Aanpassing van de montagehoek
Stel de montagehoek in op minder dan 30°.
• Zorg ervoor dat de afstand tussen het voorvlak
(referentievlak) van het geïnstalleerde toestel en
het oppervlak van de middenconsole van de auto
niet meer dan 22 mm bedraagt. Als deze afstand
groter is, kan het toestel niet correct geïnstalleerd
worden.
• Zorg er voor uw eigen veiligheid voor dat het
toestel u niet kan hinderen bij het bedienen van
knoppen (schakelaars) of de versnellingspook van
de auto.
Verbinding/installatie
Het toestel correct installeren
Neem voor u het toestel installeert contact op
met de installateur voor meer informatie over de
installatie van het toestel en het scherm.
ɸ
ɹ
Voorvlak van het toestel
(referentievlak)
Middenconsole van de
auto
Positie van de schroefgaten
(voor het bevestigen van het scherm en toestel)
22 mm
51 mm tot 71 mm
ɻ
ɼ
ɺ
ɻ
Verborgen zone, zelfs wanneer het
scherm in- of uitgeschoven is
Positie van het toestel (referentiepositie)
60 mm
76 mm
60 mm