12
NL
Als u een Blu-ray Disc-speler of een DVD-speler aansluit, die
geschikt is voor de functie surroundeffect, zal het surroundeffect
van het systeem misschien niet werken. In dat geval zet u de functie
surroundeffect van de aangesloten apparatuur uit. Raadpleeg de
gebruiksaanwijzing die bij de aangesloten apparatuur wordt
geleverd voor meer informatie.
BLUETOOTH
De BLUETOOTH-verbinding kan niet worden gemaakt.
Controleer of de BLUETOOTH-indicator blauw is verlicht (raadpleeg
"Naar het geluid luisteren vanaf BLUETOOTH-apparaten" in de
gebruiksaanwijzing).
Controleer dat het BLUETOOTH-apparaat is ingeschakeld en de
BLUETOOTH-functie is geactiveerd.
Plaats dit systeem en het BLUETOOTH-apparaat zo dicht als
mogelijk bij elkaar.
Koppel dit systeem opnieuw aan het BLUETOOTH-apparaat.
Mogelijk moet u eerst de koppeling met dit systeem opheffen
met uw BLUETOOTH-apparaat.
Koppelen lukt niet.
Breng dit systeem en het BLUETOOTH-apparaat dichter bij elkaar
(raadpleeg "Naar het geluid luisteren vanaf BLUETOOTH-
apparaten" in de gebruiksaanwijzing).
Zorg dat dit systeem geen last heeft van interferentie van een Wi-
Fi-netwerk, andere draadloze apparatuur op 2,4 GHz, of een
magnetron. Als er een apparaat in de buurt staat dat
elektromagnetische straling genereert, zet u het apparaat uit de
buurt van dit systeem.
BLUETOOTH-verbinding is verbroken.
Er komt geen geluid uit het aangesloten apparaat.
Plaats dit systeem dichter bij het BLUETOOTH-apparaat.
Indien een apparaat dat elektromagnetische straling opwekt,
bijvoorbeeld een Wi-Fi-netwerk, andere BLUETOOTH-apparaten of
een magnetron in de buurt is, moet u dit systeem verder van
dergelijke bronnen plaatsen.
Verwijder obstakels tussen dit systeem en het BLUETOOTH-
apparaat of plaats dit systeem verder van het obstakel.
Verander de plaats van het aangesloten BLUETOOTH-apparaat.
Verander de Wi-Fi-frequentie van de Wi-Fi-router, computer
enzovoort naar de 5 GHz band.
Het geluid is niet synchroon aan het beeld.
Bij het bekijken van films is het geluid mogelijk iets vertraagd ten
opzichte van het beeld.
OVERIGE
De afstandsbediening werkt niet.
Richt de afstandsbediening op de afstandsbedieningssensor
op
het systeem (raadpleeg "Onderdelen en bedieningselementen" in
de gebruiksaanwijzing).
Verwijder obstakels tussen de afstandsbediening en het systeem.
Vervang beide batterijen in de afstandsbediening door nieuwe
batterijen als deze bijna uitgeput zijn.
Druk op de juiste knop op de afstandsbediening.
De functie Controle voor HDMI werkt niet goed.
Controleer de HDMI-aansluiting.
Stel de functie Controle voor HDMI-functie op het TV-toestel in.
Controleer of de aangesloten apparatuur geschikt is voor "BRAVIA"
Sync.
Systeemstatus
Indicatorstatus
Tijdens koppelen met BLUETOOTH
Knippert snel in blauw.
Het systeem probeert de verbinding
met een BLUETOOTH-apparaat tot
stand te brengen
Knippert in blauw.
Het systeem heeft de verbinding met
een BLUETOOTH-apparaat gemaakt
Licht op in blauw.
Het systeem staat in de stand Stand-
by voor BLUETOOTH (wanneer het
systeem is uitgeschakeld)
Knippert langzaam in blauw.