20
Copyright © 2018 SOMFY ACTIVITÉS SA, Société Anonyme. All rights reserved
.
NL
2.3.2. Afstellen van de eindpunten
Bij het eerste commando Openen of Sluiten, voert het gemotoriseerde systeem een werking uit om de posities van de
eindpunten op te slaan.
2.3.3. Controle van de draairichting (fig. F)
1) Druk op de toets
Open
van het RTS bedieningspunt:
a) Als het gemotoriseerde systeem open gaat (a), is de draairichting correct.
b) Als het gemotoriseerde systeem dicht gaat (b), is de draairichting niet correct: Ga verder met de volgende stap.
2) Druk op de toets
my
van het RTS bedieningspunt tot het gemotoriseerde systeem beweegt: De draairichting is
gewijzigd.
3) Druk op de toets
Open
van het RTS bedieningspunt om de draairichting te controleren.
2.3.4. Opslaan van het RTS bedieningspunt (fig. G)
Druk op de PROG toets aan de achterkant van het RTS bedieningspunt tot het gemotoriseerde systeem beweegt. De
afstandsbediening is permanent opgeslagen.
2.3.5. Bijstellen van de Touch motion gevoeligheid (fig. H)
1) Druk tegelijk op de toetsen
Openen
en
Sluiten
van het RTS bedieningspunt tot het gemotoriseerde systeem beweegt.
2) Druk tegelijk op de toetsen
Openen
en
Sluiten
tot het gemotoriseerde systeem beweegt om te schakelen van hoge
gevoeligheid naar lage gevoeligheid, naar geen touch motion, en teug naar hoge gevoeligheid.
3) Druk op de toets
my
tot het gemotoriseerde systeem beweegt om de instelling te bevestigen.
2.3.6. Instellen van de ergonomie van het spanningsloze contact: Standaard of 2-toetsenvolgorde (fig. I)
1) Druk tegelijk op de toetsen
Openen
,
Stop
en
Sluiten
van het DCT afstelgereedschap tot het gemotoriseerde systeem
beweegt.
2) Druk tegelijk op de toetsen
Stop
en
Sluiten
van het DCT afstelgereedschap tot het gemotoriseerde systeem beweegt
om de ergonomie te wijzigen.
2.4. TIPS EN ADVIEZEN VOOR DE INSTALLATIE
2.4.1. Vragen over de Movelite
TM
?
Vaststellingen
Mogelijke oorzaken
Oplossingen
Het gemotoriseerde
systeem werkt niet.
De aansluiting is niet correct.
Controleer de voeding en sluit deze weer aan.
De batterij van het bedieningspunt is leeg.
Controleer of de batterij leeg is en vervang deze
indien nodig.
Het bedieningspunt is niet compatibel.
Controleer de compatibiliteit en vervang het
bedieningspunt indien nodig.
Het gebruikte bedieningspunt is niet in de
motorisatie geprogrammeerd.
Gebruik een bedieningspunt dat geprogrammeerd is
of programmeer dit bedieningspunt.
2.4.2. Opnieuw afstellen van de eindpunten
Opnieuw afstellen van het eindpunt Openen (fig. J)
1) Druk op de toets
Openen
om het gemotoriseerde systeem op het bij te stellen eindpunt te zetten.
2) Druk tegelijk op de toetsen
Openen
en
Sluiten
van het RTS bedieningspunt tot het gemotoriseerde systeem beweegt.
3) Druk op de toets
Openen
of
Sluiten
om het gemotoriseerde systeem naar de nieuwe gewenste stand te verplaatsen.
4) Druk op de toets
my/Stop
tot het gemotoriseerde systeem beweegt om het nieuwe eindpunt te bevestigen.
Opnieuw afstellen van het eindpunt Sluiten (fig. K)
1) Druk op de toets
Sluiten
om het gemotoriseerde systeem op het bij te stellen eindpunt te zetten.
2) Druk tegelijk op de toetsen
Openen
en
Sluiten
van het RTS bedieningspunt tot het gemotoriseerde systeem beweegt.
3) Druk op de toets
Openen
of
Sluiten
om het gemotoriseerde systeem naar de nieuwe gewenste stand te verplaatsen.
4) Druk op de toets
my/Stop
tot het gemotoriseerde systeem beweegt om het nieuwe eindpunt te bevestigen.
2.4.3. Wissen van het bedieningspunt uit het geheugen van de motor (fig. L)
Dit resetten wist alle lokale bedieningspunten, maar de ingestelde eindpunten en de favoriete positie blijven behouden.
Om alle geprogrammeerde bedieningspunten te wissen, drukt u met een pennetje op de PROG toets van de motor en
houdt u deze ingedrukt totdat het gemotoriseerde systeem tweemaal beweegt.
Alle bedieningspunten zijn gewist.