Reiniging en onderhoud
nl
33
2.
Haal de stekker van het apparaat
uit het stopcontact.
De stekker van het netsnoer uit het
stopcontact trekken of de zekering
in de meterkast uitschakelen.
3.
Haal alle flessen eruit en bewaar
deze op een koele plaats.
4.
Verwijder alle uitrustingsdelen en
accessoires uit het apparaat.
→
12.2 Apparaat schoonmaken
WAARSCHUWING
Kans op elektrische schok!
Binnendringend vocht kan een schok
veroorzaken.
▶
Geen stoomreiniger of hogedruk-
reiniger gebruiken om het appa-
raat te reinigen.
Vloeistof in de verlichting of in de be-
dieningselementen kan gevaarlijk
zijn.
▶
Het afwaswater mag niet in de ver-
lichting of in de bedieningselemen-
ten terechtkomen.
LET OP!
Ongeschikte reinigingsmiddelen kun-
nen de oppervlakken van het appa-
raat beschadigen.
▶
Geen harde schuur- of afwas-
sponsjes gebruiken.
▶
Geen scherpe of schurende reini-
gingsmiddelen gebruiken.
▶
Geen sterk alcoholhoudende reini-
gingsmiddelen gebruiken.
Wanneer vloeistof in het afvoergat
komt, kan de verdampingsschaal
overstromen.
▶
Het sop mag niet in het afvoergat
komen.
Wanneer u uitrustingsdelen en acces-
soires in de vaatwasser reinigt, kun-
nen deze vervormen of verkleuren.
▶
Nooit uitrustingsdelen en accessoi-
res in de vaatwasser reinigen.
1.
Apparaat voorbereiden voor reini-
ging. →
2.
Het apparaat, de uitrustingsdelen,
de accessoires en de deurafdich-
tingen met een vaatdoek, lauw wa-
ter en een beetje pH-neutraal af-
wasmiddel reinigen.
3.
Met een zachte, droge doek gron-
dig nadrogen.
4.
De uitrustingsdelen plaatsen.
5.
Het apparaat elektrisch aansluiten.
12.3 De dooiwatergoot en het
afvoergat reinigen.
Reinig de dooiwatergoot en het af-
voergat regelmatig, om ervoor te zor-
gen dat het dooiwater kan weglopen.
▶
Reinig de dooiwatergoot en het af-
voergat voorzichtig, bijv. met een
wattenstaafje.
→ Fig.
12.4 Onderdelen eruit halen
Neem wanneer u de uitrustingsdelen
grondig wilt reinigen deze uit het ap-
paraat.
Flessenrek verwijderen
▶
Het flessenrek aan de achterkant
iets optillen en er uitnemen .
→ Fig.