28
FH1,FH2 EN FH21
CONTROLES VOORAFGAAND
AAN GEBRUIK
Behalve de toevoeging van de nekcape,
zijn de FH1, FH2 en FH21 vergelijkbaar wat
betreft gebruik en ontwerp. Daarom zijn de
volgende instructies van toepassing op de
gehele serie.
SLANGEN
•
Inspecteer de ademhalingsslang op
tekenen van plooien en zorg dat deze
niet scheurt
•
Verzeker u ervan dat beide uiteinden
van de ademhalingsslang vrij zijn van
vuil en debris en dat de bedrading aan
het mannelijke uiteinde onbeschadigd is
•
Test of de draaiende spacer soepel
werkt; hij moet draaien tot en met 360
o
•
Inspecteer de moer en bouten van de
ademhalingsslang, controleer of de moer
vrij kan worden los- en vastgedraaid
over de mannelijke aansluiting van de
ademhalingsslang
•
Controleer voor een Spirit slang of de rode
borgring op de vrouwelijke aansluiting
van de ademhalingsslang correct werkt
en vrij is van beschadiging, verzeker u
ervan dat de aanduidingsmarkeringen
zijn uitgelijnd met de opening in de
zwarte ring en gereed zijn voor plaatsing
over de luchtuitlaat op de Spirit blazer
•
Controleer voor een Tornado/Profl ow-
slang of de ‘O’-ring op zijn plaats zit en
in goede conditie is
Opmerking
De volgende instructies zijn voor de FH1-, FH2- en FH21-kap en de
bijbehorende ademhalingsslangen. Deze instructies moeten worden
gebruikt naast de Gebruiks- en onderhoudsinstructies voor de gekozen
PAPR.
Opmerking
De levensduur van een kap heeft een
groot aantal factoren die het moeilijk
maken om deze te voorspellen. Daarom
moet de hoofdkap nauwgezet worden
geïnspecteerd voor en na elk gebruik, om
u ervan te verzekeren dat de kap niet is
beschadigd. Als richtlijn verwachten we
dat een hoofdkap die binnenshuis wordt
gebruikt en bestemd is voor gebruik "zo
nu en dan", een levensduur heeft van
ongeveer vijf jaar, mits de apparatuur
correct wordt opgeslagen en onderhouden.
Opmerking
De ‘O’-ringen en pakkingen op alle
slangen moeten tenminste jaarlijks
worden vervangen.
