
43
NL
www.scheppach.com
+(49)-08223-4002-99
+(49)-08223-4002-58
•
Ga zorgvuldig met uw apparaat om. Houd het ge-
reedschap schoon om beter en veiliger te kunnen
werken. Neem de onderhoudsvoorschriften in acht.
•
Zorg dat uw apparaat niet overbelast raakt. Werk
uitsluitend binnen het aangegeven vermogensbe-
reik. Gebruik geen machines met minder vermogen
voor zware werkzaamheden. Gebruik de apparaat
niet voor doeleinden, waarvoor het niet bestemd is.
Elektrische veiligheid:
Voorzichtig! Zo voorkomt u ongevallen en letsels
door een elektrische schok:
•
Voer voor elke ingebruikname een visuele controle
van de elektra- en verlengkabels uit op tekenen van
beschadiging of slijtage.
•
Houd de elektrakabel uit de buurt van het snijge-
reedschap. Als de leiding tijdens het gebruik wordt
beschadigd, koppelt u deze direct los van het net-
werk.
•
De leiding pas aanraken als deze van de
stroomvoorziening is losgekoppeld.
•
De verlengkabels buiten het bereik van de tanden
houden. De tanden kunnen de leidingen beschadi-
gen en daardoor contact maken met actieve delen.
•
Een beschadigde leiding niet op de stroomvoor-
ziening aansluiten en een beschadigde leiding niet
aanraken, voordat deze van de stroomvoorziening
is losgekoppeld. Een beschadigde leiding kan con-
tact met actieve delen veroorzaken.
•
Let op dat de stroomvoorziening overeenkomen
met de gegevens van het typebordje.
•
Sluit het apparaat zo mogelijk alleen aan op een
contactdoos met een aardlekschakelaar (FI-scha-
kelaar) met een activeringsstroom van niet meer
dan 30 mA.
•
Let op dat uw lichaam geen contact maakt met ge-
aarde onderdelen (bijv. metalen hekken, metalen
stijlen).
•
Gebruik uitsluitend een toegestane verlengsnoer
van het type H05VV-F, dat maximaal 75 meter
lang is en geschikt is voor gebruik buitenshuis. De
kabelstrengdoorsnede van het verlengsnoer moet
minstens 2,5 mm2 bedragen. Rol een kabelhaspel
voor gebruik altijd helemaal af. Controleer de kabel
op schade.
•
Gebruik voor het aanbrengen van het verlengsnoer
de daartoe aangebrachte kabeltrekontlasting.
•
Gebruik de kabel niet om de stekker uit de contact-
doos te trekken. Bescherm de kabel tegen hitte,
olie en scherpe kanten.
•
Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit de
contactdoos als het snoer is beschadigd. Als het
snoer van dit apparaat wordt beschadigd, moet
deze door de fabrikant of de klantenservice of een
soortgelijke gekwalificeerde persoon worden ver
-
vangen om enig gevaar te vermijden.
•
Als het snoer is beschadigd, trekt u eerst de ver-
lengsnoer uit het stopcontact. Vervolgens kunt u
het snoer van het apparaat verwijderen.
•
Gebruik het apparaat niet nabij ontvlambare vloei-
stoffen of gassen. Bij het niet in acht nemen bestaat
brand- of explosiegevaar.
Werkonderbreking:
•
Na het uitschakelen van het apparaat, draait de ci-
linder nog enkele seconden door. Handen en voe-
ten buiten bereik houden.
•
De tanden pas aanraken als het apparaat is los-
gekoppeld van de stroomvoorziening en de tanden
volledig tot stilstand zijn gekomen.
•
Verwijder aarde alleen als het apparaat volledig tot
stilstand is gekomen.
•
Schakel het apparaat uit als u deze transporteert,
optilt of wilt kantelen en als andere dan te bewer-
ken oppervlakken moeten worden overgestoken.
•
Laat het apparaat nooit zonder toezicht achter op
de werkplek.
•
Schakel het apparaat uit en trek de stekker eruit:
- altijd als u de machine verlaat,
- voordat u de messen reinigt of blokkeringen ver-
wijdert,
- als het apparaat niet wordt gebruikt,
- bij alle onderhouds- en reinigingswerkzaamhe-
den,
- als de stroomkabel is beschadigd of in de war zit,
- als het apparaat tijdens de werkzaamheden een
obstakel raakt of als er ongewone trillingen optre-
den. Controleer in dit geval het apparaat op scha
-
de en laat deze zo nodig repareren.
•
Bewaar het apparaat op een droge plek en buiten
het bereik van kinderen.
Voorzichtig! Zo voorkomt u schade aan het appa-
raat en eventueel daaruit resulterend letsel:
Zorg dat u het apparaat in stand houdt
•
Schakel het apparaat uit en til het op als u over
trappen moet lopen.
•
Voer voor elk gebruik een visuele controle van het
apparaat uit. Gebruik het apparaat niet als de vei-
ligheidsinrichtingen (bijv. botsbeveiliging), onder-
delen van de snij-inrichting of bouten ontbreken,
versleten of beschadigd zijn. Controleer met name
de elektrakabel en de startkabel op beschadiging.
Om eventueel onbalans te vermijden mogen be-
schadigde gereedschappen of bouten alleen als
set worden vervangen.
•
Gebruik alleen onderdelen en accessoires die door
de fabrikant geleverd en aanbevolen worden. Het
gebruik van andere onderdelen leidt tot onmiddel-
lijk verlies van aanspraak op garantie.
•
Zorg dat alle moeren, bouten en schroeven zijn
vastgedraaid om er zeker van te zijn dat het appa-
raat zich in een veilige werktoestand bevindt.
•
Probeer niet om het apparaat zelf te repareren, ten-
zij u hiervoor bent opgeleid. Alle werkzaamheden
die niet in deze handleiding aangegeven worden,
mogen alleen door onze gemachtigde klantenser-
vice worden uitgevoerd.