37
GEBRUIK VAN DE THERMOVENTILATOR
Uw apparaat is uitgerust met de bedieningsorganen die aangeduid worden in af-
beelding 7.
Model met thermostaat
• Begin met de antivriespositie, die aangeduid wordt met het symbool “ ”, en
draai de knop van de thermostaat met de wijzers van de klok mee tot u een
“klik” hoort: het apparaat begint te werken bij een vermogen van 1800W en het
controlelampje gaat branden.
• De thermostaat handhaaft de gewenste omgevingstemperatuur door de ther-
moventilator automatisch in- en uit te schakelen. Hoe verder de knop met de
wijzers van de klok mee gedraaid is, in een stand met een hoger nummer, hoe
hoger de temperatuur zal zijn. De maximumpositie van de thermostaat komt
overeen met circa 35°C, de minimumtemperatuur (*) met circa 5°C.
Gebruik van de thermostaat
• In een vertrek waar de temperatuur de 35°C overschrijdt, is het normaal dat de
thermostaat, ook al staat deze op het maximum, de thermoventilator niet ins-
chakelt.
• Vice versa, in een vertrek waar de temperatuur te laag is (minder dan 5°C) is het
normaal dat de thermostaat het apparaat voortdurend ingeschakeld houdt, ook
al staat hij op het minimum.
• Om de thermostaat op optimale wijze te gebruiken, wordt het aangeraden on-
derstaande procedure te volgen:
- Zet de thermostaat op het maximum, en laat het apparaat werken tot een
comfortabele temperatuur bereikt wordt;
- Draai de thermostaatknop vervolgens tegen de wijzers van de klok in tot u een
“klik” hoort, waarna het apparaat wordt uitgeschakeld;
- Draai de thermostaatknop nog even (een klein stukje) met de wijzers van de
klok mee;
- In deze stand zal de thermostaat de omgevingstemperatuur die u gekozen
heeft, handhaven.
Model met thermostaat en timer 60’
• De thermoventilator heeft twee knoppen, één voor de timer 60’ en één voor de
thermostaat.
• Het apparaat stelt u in staat twee verschillende werkwijzen in te stellen:
- Verwarming van de omgeving met handhaving van de temperatuur:
Begin met de antivriespositie, die aangeduid wordt met het symbool “ ”, en