NL // HANDLEIDING
STUURPEN // ART.NR.: 309564 / 309606 / 522518 / 522521
4. Plaats het stuur en de klembeugel(s) en draai de schroeven (afb. C/4) zo vast dat het
stuur nog ingesteld kan worden.
• De afstand tussen klembeugel(s) en stuurpen (C/3) moet aan de boven- en
onderkant gelijk zijn.
5. Centreer het stuur en stel de hoek in. Let hierbij op de handleiding van de fabrikant.
6. Draai de schroeven van de stuurklem (afb. C/4) om en om vast tot dat het op de
stuurpen aangegeven aanhaalmoment bereikt is.
7. Draai de schroef voor het instellen van de speling op het balhoofdstel (afb. A, B, C/1)
vast zodat er geen speling op het balhoofdstel meer merkbaar is. Let hierbij op de
handleiding van de fabrikant.
8. Draai de schroeven van de vorkbuisklem (afb. C/6) om en om vast tot dat het op de
stuurpen aangegeven aanhaalmoment bereikt is.
Hoek van de stuurpen instellen
De hoek van Xtreme stuurpennen kan met twee verschillende mechanismes worden
ingesteld.
• Variant A: de hoek van de stuurpen kan worden ingesteld als de schroef (afb. D/1)
met een omwenteling wordt losgedraaid.
• Variant B: de hoek van de stuurpen kan worden ingesteld als de schroef (afb. D/1)
ca. zes omwentelingen wordt aangedraaid. Druk de schroef (afb. D/1) aansluitend in
om de hoekverstelling te vergrendelen (afb. D/2).
1. Draai de schroef om de hoek in te stellen (afb. D/1) een omwenteling los en
controleer of je de stuurpen in kunt stellen. Draai, indien dit niet mogelijk is, de
schroef nog eens vijf omwenteling los en druk de schroef (afb. D/2) in.
2. Stel de gewenste hoek van de stuurpen in.
3. Hoekverstelling vergrendelen:
Variant A: Beweeg de stuurpen voorzichtig heen en weer totdat deze in een
positie vastklikt. Draai de schroef (afb. D/1) vast met een
aanhaalmoment van 12 - 13 Nm. Als er op de stuurpen een ander
aanhaalmoment
staat
aangegeven,
moet
deze
waarde
aangehouden
worden.
Variant B: Druk de vergrendeling van de hoekverstelling (afb. D/2) in.
Beweeg
de
stuurpen
voorzichtig
heen
en
weer
totdat
deze
in een positie vastklikt. Draai de schroef (afb. D/1) vast met een
aanhaalmoment van 10 Nm. Als er op de stuurpen een ander
aanhaalmoment
staat
aangegeven,
moet
deze
waarde
aangehouden
worden.
Onderhoud
Regelmatig onderhoud zorgt voor een lange en betrouwbare gebruiksduur en een
onbeperkte werking. ROSE Bikes adviseert de volgende handelingen:
• Controleer regelmatig de aanhaalmomenten van de schroefverbindingen en draai
de schroeven aan indien nodig.
• Reinig de stuurpen regelmatig met een mild reinigingsmiddel. Let op de
voorschriften van het gebruikte reinigingsmiddel.
• Controleer de stuurpen en schroeven regelmatig op beschadigingen zoals
scheuren, vervormingen en corrosie en vervang de stuurpen indien nodig.
Deze handleiding is ook beschikbaar als pdf-bestand op rosebikes.nl/handleidingen.
Algemeen / veiligheid
Deze handleiding moet voor het eerste gebruik van de stuurpen gelezen en begrepen
worden. Bewaar deze handleiding goed om later nog e.e.a. na te kunnen lezen. Indien
je de stuurpen verkoopt of weggeeft, dient deze handleiding te worden meegeleverd.
Een stuurpen die voor een vorkbuis met een buitendiameter (afb. C/5) van 28,6 mm (1
1/8”) geschikt is, kan met behulp van een pashuls (art.nr. 522566) ook aan een vorkbuis
met een buitendiameter van 25,4 cm (1”) gemonteerd worden. De gleuf van de pashuls
moet in de rijrichting wijzen om beschadigingen aan de vorkbuis te vermijden.
Montage voorbereiden
1. Monteer de voorvork volgens de aanwijzingen van de fabrikant en kort de vorkbuis in
indien nodig. Het klemvlak van de vorkbuis moet de volgende lengte hebben:
• Bij voorvorken met een aluminium vorkbuis moet deze 2 tot 3 mm korter zijn dan
het hoogst gemonteerde onderdeel (afb. A/A).
• Bij voorvorken met een carbon vorkbuis moet deze 1 mm boven de stuurpen
uitkomen (afb. B/A).
2. Monteer de stervormige moer of vorkbuisverlenger volgens de aanwijzingen van de
fabrikant in de vorkbuis. In carbon buizen mag geen stervormige moer gemonteerd
worden.
3. Reinig het stuur, de vorkbuis en de stuurpen. Alle klemvlakken moeten schoon en
vetvrij zijn. Breng bij gebruik van een carbon stuur en/of carbon vorkbuis carbon
montagepasta op de klemvlakken aan.
4. Draai de schroeven van de vorkbuisklem (afb. C/6) twee omwentelingen los.
5. Verwijder de schroeven van de stuurklem (afb. C/4) en de klembeugel.
Stuurpen monteren
1. Schuif de stuurpen op de vorkbuis en centreer deze wijzend in de rijrichting.
2. Plaats bij voorvorken met een carbon vorkbuis spacers (afb. B/3) met een minimale
hoogte van 5 mm op de stuurpen.
3. Plaats de top cap (afb. A, B, C/2) op de stuurpen en draai de schroef voor de
instelling van de speling op het balhoofdstel (afb. A, B, C/1) er volledig in. Draai de
schroef niet vast.
GEVAAR
Gevaar op een ongeluk door verkeerde montage of verkeerd gebruik van de
stuurpen!
Een juiste montage en juist gebruik van de stuurpen dragen wezenlijk bij aan de
veiligheid van de fiets. Houd rekening met de volgende punten:
• Alleen personen met voldoende vakkennis en ervaring mogen de stuurpen
monteren. Raadpleeg bij twijfel een opgeleide rijwielhersteller!
• Het aanhaalmoment van de schroefverbindingen mag niet overschreden
worden. Controleer de handleiding van de fabrikant van het stuur en de voorvork
op specifieke voorschriften. Vooral bij het gebruik van een carbon stuur of
een voorvork met carbon vorkbuis kunnen de door de fabrikant aangegeven
aanhaalmomenten duidelijk lager zijn.
• De stuurpen kan na een val niet zichtbare beschadigingen hebben. Laat de stuurpen
na een val door een opgeleide rijwielhersteller controleren en evt. vervangen!
• Aluminium stuurpennen moeten na 2 jaar of 10 000 km vervangen worden.
• Laat de stuurpen bij kraakgeluiden of uiterlijke veranderingen zoals scheuren,
vervormingen of verkleuringen door een opgeleide rijwielhersteller controleren en
indien nodig vervangen.
• Fietsen met een verstelbare stuurpen mogen allen op asfalt- en verharde wegen
gebruikt worden.
A = 1 mm
C
1
2
3
A = 2 - 3 mm
Al
1
2
6
1
4
4
2
5
3
3
A
B
C
1
1
2
D