/ PM7
SAP
50
90
110
150
180
220
300
380
450
530
710
1060
1500
dB(A)
50 Hz
75
81
81
87
86
88
87
86
90
93,5
92,5
99
99
60 Hz
77
81
82
87
87
89,5
91
86
90
92
94
99
100
dB(A)
50 Hz
-
-
-
91
94
98
95
92
99
100
99
108
108
60 Hz
-
-
-
92
94
99
100
92
99
100
101
108
108
kg
16
17
24,5
24,5
34
42
53
58
95
88
125
200
201
mm
328
340
362
369
411
429
464
490
608
634
664
764
790
mm
234
251
282
282
332
370
386
432
450
471
534
534
534
mm
267
297
322
322
381
414
443
486
525
561
617
639
606
11.03
Geluidsniveau (max.)
Hoogste geluiddruk
Gewicht (max.)
Lengte (max.)
Breedt
Hoogte
Storingen en hun oplossingen
1.
Blower bereikt bij inschakelen zijn nominale toerental niet:
1.1 Motorspanning/frequentie komt niet overeen met de motor gegevens.
1.2 Aansluiting van de stroken in de klemmenkast is niet correct.
2.
Motor wordt door de thermische beveiliging gestopt:
2.1 Fout zoals onder 1.1 en 1.2.
2.2 Thermische beveiliging is niet goed ingesteld.
2.3 Thermische beveiliging spreekt te vroeg aan.
Oplossing: Gebruik een thermische beveiliging met vertraging afhankelijk van de te hoge stroom. Deze laat korte tijd een te hoge stroom
toe bij de start. (uitvoering met een kortsluit en overbelastingsschakelaar volgens VDE 0660 deel 2 resp IEC 947-4).
2.4 Blower is overbelast, dwz het drukverschil is te hoog.
Oplossing: Aanzuig of uitblaasopening van de verzorgen installatie vergroten, leidingweerstand verminderen door het gebruiken van grotere
diameters, vernauwingen in de leiding vermijden. Het drukverschil begrenzen door alsnog een druk of zuigbegrenzings ventiel te monteren
(toebehoren).
2.5 Het motorvermogen is te klein gekozen.
Oplossing. Indien mogelijk een blower nemen de een motorsterkte die één maat groter is. (alleen de motor verwisselen is niet mogelijk).
3.
Gewenste drukverschil wordt niet bereikt:
3.1 Blower resp. motorvermogen is te klein gekozen.
3.2 Filter vervuild.
3.3 Drukverlies in de leiding is te groot.
Oplossing: Groter diameters gebruiken en vernauwingen vermijden.
3.4 Lekken in het systeem.
4.
Blower wordt te warm:
4.1 Omgevings of aanzuigtemperatuur zijn te hoog.
4.2 Drukverschil is boven toegestane grens.
4.3 Geen vrij stroming van de koellucht stroom.
5.
Uitblaas lawaai (vacuümpomp) of inlaat lawaai (blower) is storend:
Oplossing: Een extra geluiddemper ZGD opbouwen. (toebehoren)
6.
Magneetventiel resp. wisselschakeling ZWS (toebehoren) werkt niet:
6.1 Stroom, spanning en frequentie komen niet overeen met de gegevens op de magneet.
6.2 Wisselschakeling is vervuild.
Oplossing: Uit elkaar nemen en reiningen.
Noot:
Reparatie werkzaamheden: Bij reparaties ter plekke moet de motor door een erkende electro monteur van het net worden losgekoppeld, zo dat
de motor niet kan gaan lopen. Voor reparaties bevelen wij aan contact met de fabrikant, of zijn dochteronderneming. Vooral als het om reparaties
in de garantie termijn gaat. Het adres en telefoonnummer van degene die in uw gebied verantwoordelijk is kunt u bij de fabrikant opvragen. (zie
adres en telefoonnummer fabrikant). Na een reparatie resp voor het weer in bedrijf nemen moeten de maatregelen die genoemd zijn onder Installatie
en in bedrijf nemen worden opgevolgd op de zelfde manier als bij de eerste in bedrijf name.
Intern transporteren. Voor het optillen en transporteren zijn de SAP 180 tot SAP 1500 voorzien van een hijsoog.
Gewichten zie tabel.
Opslag: De SAP blower dient te worden opgeslagen in een droge ruimte met normale luchtvochtigheid. Bij een hoge luchtvochtigheid boven de
80% raden wij aan de blower op te slaan in een gesloten verpakking onder bijvoegen van een droogmiddel.
Afvoeren: De slijtdelen ( die als zodanig in de onderdelen tekening zijn aangegeven) zijn geen normaal afval en dienen volgens de plaatselijk
geldende regels te worden afgevoerd.
Onderdelen lijsten:
E 545 / 1
•
SAP 50 —> SAP 300; SAP 380, 450, 530 (4 kW + 4,8 kW)
E 545 / 2
•
SAP 380, 450, 530 (5,5 kW –> 9 kW); SAP 710; SAP 1060; SAP 1500