11
20049141
NL
Inbedrijfstelling, ijking en werking
5.7
Drukverlies
De grafiek geeft de drukverliezen
p van de gasstraat aan
(Fig. 10) de schalen van het volumedebiet
gelden voor:
a
lucht,
n
aardgas (G20),
p
propaan (G30),
c
stadsgas (G140), enkel voor toepassingen die niet onderhe-
vig zijn aan Richtlijn Gastoestellen (2009/142/EG).
De waarden die worden aangeduid op het diagram kunnen licht-
jes variëren in functie van de regeling van de drukstabilisator.
De minimale druk die noodzakelijk is in het gasnet wordt verkre-
gen door de uit het diagram afgeleide druk op te tellen bij de druk-
verliezen van de brander (zie handleiding van de brander) en de
tegendruk van de verbrandingskamer (zie handleiding van de ke-
tel).
V
°
Fig. 10
20050002
M
B
4
1
2
/1
M
B
4
1
5
/1
M
B
4
2
0
/1
M
B
4
1
0
/1
M
B
4
0
7
/1
V [Sm
3
/h]
(+15 °C, 1013 mbar)
p [
m
bar
]
°