76
b) Geluidsbron afspelen
• Draai de volumeregelaar VOLUME (5) geheel linksom.
• Draai de regelaars TREBLE (14) en BASS (15) op de middenstand.
• Schakel de geluidsbronnen, zoals cd-speler, cassettedeck, enz. in.
• Zet de versterker aan met de toets POWER (1).
• Selecteer met de keuzetoetsen voor de ingangen (9-13) de gewenste ingangsbron (bijv. cd-speler).
• Draai de volumeknop VOLUME (5) rechtsom totdat het gewenste volume is bereikt.
• Met de regelaars TREBLE (14) en BASS (15) resp. met de toets PRESET EQ (4) kunt u de klank verande-
ren.
• Voor het uitschakelen van de versterker draait u de volumeregelaar VOLUME (5) weer geheel naar links
en zet u de versterker met de toets POWER (1) uit.
Houd deze volgorde aan. Door de in- en uitschakeling in een andere volgorde uit te voeren,
kunnen de luidsprekers of de versterker beschadigd raken.
c) Opname
• Selecteer met de keuzetoetsen voor de ingangen (9-13) de gewenste opnamebron (bijv. cd-speler).
• Druk op het opnameapparaat op de opnametoets. Het opnameapparaat moet zijn aangesloten op de bus
TAPE REC.
• De volume-instelling en klankinstellingen hebben geen effect op de opname.