66
7. Opstelling
U mag het apparaat nooit afdekken. Let bij het plaatsen op voldoende venti-
latie. Bewaar voldoende afstand tot andere toestellen en muren.
Zorg dat bij de opstelling van het product dat de aansluitleiding van de
netadapter niet wordt afgekneld of door scherpe randen wordt beschadigd.
Let op dat het apparaat altijd op een stabiele en veilige ondergrond staat. Als
het apparaat valt, kunnen mensen gewond raken.
Let op dat apparaatvoeten, o.m. gekleurde afdrukken op bepaalde meubelop-
pervlakken kunnen achterlaten. Plaats een bescherming tussen uw meubelen
en het apparaat.
• Zet het apparaat op een effen en stabiel oppervlak.
• Trek de telescopische antenne volledig uit en stel deze verticaal af.
• Als na de aansluiting en de ingebruikname de ontvangst niet goed genoeg is, veran
-
der dan de richting van de telescopische antenne of verander de opstelplaats van het
apparaat om een zo goed mogelijke ontvangst te bereiken.
8. Ingebruikname
a) Batterijen plaatsen/vervangen
Voor gebruik onafhankelijk van het stroomnet kan het apparaat met vier batterijen van
het type 1,5 V-mignon (AA) worden aangedreven.
Houd batterijen uit de buurt van kinderen.
U moet het product ook buiten het bereik van kinderen opbergen. Anders
bestaat er gevaar dat deze door kinderen of huisdieren ingeslikt worden.
Raadpleeg bij inslikken onmiddellijk een arts.
Verwijder de batterijen uit het batterijvak als u het apparaat langere tijd niet
gebruikt, om schade door uitlopen te vermijden. Lekkende of beschadigde
batterijen kunnen bij huidcontact bijtende wonden veroorzaken. Draag daar-
om in dit geval geschikte veiligheidshandschoenen.