89
14. Maximum-/minimumwaarden
a) Waarden weergeven
Druk meermaals kort op de toets “MIN/MAX/-” (15) om tussen de verschillende indi-
caties om te schakelen:
• Maximumwaarden (indicatie “MAX” links op het scherm)
• Minimumwaarden (indicatie “MIN” links op het scherm)
• Huidige meetwaarden
Als er enkele seconden op geen enkele toets wordt gedrukt, verschijnen de
huidige meetwaarden automatisch.
b) Waarden terugzetten
De maximum-/minimumwaarden kunnen voor elke buitensensor afzonderlijk worden
teruggezet.
• Druk kort op de toets “C” (17) tot het pijlsymbool (5) bij de respectievelijke
buitensensor (of binnensensor “IN”) verschijnt.
• Druk kort op de toets “MIN/MAX/-” (15) om tussen de maximumwaarden weer te
geven (“MAX”).
• Als de maximumwaarden moeten worden teruggezet, houdt u de toets “MIN/MAX-”
(15) gedurende 3 sec. ingedrukt.
• Druk kort op de toets “MIN/MAX/-” (15) om tussen de minimumwaarden weer te ge-
ven (“MIN”).
• Als de minimumwaarden moeten worden teruggezet, houdt u de toets “MIN/MAX-”
(15) gedurende 3 sec. ingedrukt.
• Druk kort op de toets “MIN/MAX/-” (15) om de huidige meetwaarden opnieuw weer
te geven (anders wacht u enkele seconden).