Afgeraden montageplaatsen voor rookmelders
U moet de volgende montageplaatsen vermijden:
• Keuken/bad en WC: De in deze ruimtes aanwezige kook- en waterdampen kunnen een vals
alarm veroorzaken.
• Garages: In garages kunnen de uitlaatgassen van voertuigen een vals alarm veroorzaken.
• In de buurt van verwarmingen of airconditioners
• Ruimtes waarin de temperatuur b5 °C of boven +38 °C komt
• Puntgevels: Hier kan zich warme lucht ophopen (bijv. in de zomer of bij verwarming van het
huis), wat voorkomt dat de rook van een gevaarlijke smeulende brand bij de rookmelder kan
komen.
• Daken van o.a. caravans: Zonlicht verwarmt het dak van de ruimte en daarmee ook de lucht in
het bovenste deel van de caravan. Door de warme lucht kan de rook van een gevaarlijke smeu-
lende brand niet bij de rookmelder komen.
• Muren van onroerend goed: Hierbij wordt de rook laat waargenomen, wat de alarmering ver-
traagt.
• Hoeken in gebouwen: Hierbij wordt de rook laat waargenomen, wat de alarmering vertraagt.
Montage en batterijen plaatsen
De draadloze rookmelder werkt niet zonder batterijen of als de batterijen leeg zijn.
Als u het signaal “Batterij bijna leeg” hoort (een kort geluidssignaal na elke 60 secon-
den), moet u de batterijen vervangen. Vervang altijd alle batterijen van de draadloze
rookmelder.
Controleer de draadloze rookmelder wekelijks en na elke keer dat u de batterijen ver-
vangt. Hiervoor drukt u de toets “TEST” ongeveer 3 seconden in. De draadloze rook-
melder geeft hierna een signaaltoon en de LED’s knipperen. Lees ook de paragraaf
“Functietest”.
Gebruik voor de veiligheid nooit oplaadbare accu’s, maar alleen niet-oplaadbare bat-
terijen.
Uit veiligheidsoverwegingen kan de draadloze rookmelder niet op de montageplaat
worden gemonteerd zonder dat er batterijen zijn geplaatst.
• Maak de montageplaat los door de draadloze rookmelder te draaien en neem deze eraf (boven-
ste deel naar links draaien tegen de klok in, zie markering “
G
TWIST TO REMOVE”).
• Gebruik de montageplaat als boorsjabloon en teken de boorgaten op de plaats van de twee aan
de buitenkant verzonken openingen.
• Bevestig de montageplaat met geschikte schroeven en eventueel pluggen.
Zorg er bij het vastschroeven of boren voor dat er geen kabels of leidingen beschadigd worden.
Vanwege het grote gewicht wordt met het oog op de veiligheid een montage met plak-
band of een magnetisch plaat afgeraden.
• Plaats de 9 V-blokbatterij met de juiste polariteit. Let op de betreffende markeringen in het bat-
terijvak.
• Plaats drie batterijen van het type AA met de juiste polariteit in het batterijvak. Let ook hierbij op
de betreffende markeringen in het batterijvak. De rode hendel aan de rand van het batterijvak
moet met de batterij naar binnen worden gedraaid.
De 9 V-blokbatterij wordt gebruikt voor de elektronische onderdelen van de rookmelder
(niet voor de draadloze overdracht); de drie batterijen van het type AA zijn nodig voor
de draadloze overdracht.
Plaats dus altijd zowel een 9 V-blokbatterij als de drie batterijen van het type AA.
Uit veiligheidsoverwegingen kan de draadloze rookmelder niet op de montageplaat
worden gemonteerd zonder dat er batterijen zijn geplaatst.
• Plaats de draadloze rookmelder op de montageplaat en zet deze vast door hem naar rechts te
draaien (bovenste deel naar rechts draaien met de klok mee, zie markering “TWIST TO TIGH-
TEN
D
”).
Vervangen van de batterijen
Als de batterijen leeg raken, geeft de draadloze rookmelder om de 60 seconden een geluidssig-
naal. Vervang direct de lege batterijen door nieuwe.
Ga als volgt te werk:
• Maak de montageplaat los door de draadloze rookmelder te draaien en neem deze eraf (boven-
ste deel naar links draaien tegen de klok in, zie markering “
G
TWIST TO REMOVE”).
• Vervang de 9 V-blokbatterij. Plaats de nieuwe batterij met de juiste polariteit. Let op de betref-
fende markeringen in het batterijvak.
• Vervang de drie batterijen van het type AA. Plaats de drie nieuwe batterijen met de juiste pola-
riteit in het batterijvak. Let ook hierbij op de betreffende markeringen in het batterijvak. De rode
hendel aan de rand van het batterijvak moet met de batterij naar binnen worden gedraaid.
• Plaats de draadloze rookmelder op de montageplaat en zet deze vast door hem naar rechts te
draaien (bovenste deel naar rechts draaien met de klok mee, zie markering “TWIST TO TIGH-
TEN
D
”).
Uit veiligheidsoverwegingen kan de draadloze rookmelder niet op de montageplaat
worden gemonteerd zonder dat er batterijen zijn geplaatst.
Meerdere draadloze rookmelders koppelen
Er kunnen meerdere draadloze rookmelders van hetzelfde type aan elkaar worden gekoppeld. Als
later een van de draadloze rookmelders alarm slaat, geven kort daarop ook de andere draadloze
rookmelders alarm (als deze zich binnen het bereik bevinden).
Zo activeert de rook in de woonkamer niet alleen de draadloze rookmelder in de woonkamer, maar
ook alle andere rookmelders is het hele huis (als deze gekoppeld zijn).
Stel een van de draadloze rookmelders in als “Master”. Alleen aan deze rookmelder
kunnen andere draadloze rookmelders worden gekoppeld als “Slave”.
Bij grote woningen of huizen is het echter ook mogelijk om groepen van meerdere
draadloze rookmelders onafhankelijk van elkaar te gebruiken (bijvoorbeeld: een groep
op de zolderverdieping, een groep op de eerste verdieping enz.).
Ongeacht of een “Master” of een “Slave” rook waarneemt, slaan alle draadloze rook-
melders in de betreffende groep alarm. Bij andere groepen wordt echter geen alarm
gegeven (bijvoorbeeld: als de groep op de zolderverdieping alarm geeft, is dit niet van
invloed op de groep op de eerste verdieping en wordt hier geen alarm gegeven).
Ongeacht of een van de draadloze rookmelders in een groep niet functioneert, slaan
alle andere draadloze rookmelders in de groep alarm als ze zich binnen het bereik be-
vinden.
Ga als volgt te werk:
• Als de draadloze “Master”-rookmelder al op het plafond is gemonteerd, neemt u deze eraf voor
het aanmeldingsproces. Leg de draadloze “Master”-rookmelder naast de draadloze “Slave”-
rookmelder die u wilt aanmelden.
• Druk op de draadloze “Master”-rookmelder enkele malen kort op de toets “LEARN” tot de LED
ernaast groen gaat branden (bij normaal gebruik: druk 2x kort op de toets “LEARN” ).
Het aanmeldingsproces is mogelijk gedurende de volgende ca. 20 seconden.
• Druk op de draadloze “Slave”-rookmelder die u wilt aanmelden, enkele malen kort op de
toets “LEARN” tot de LED ernaast rood gaat branden (bij normaal gebruik: 1x kort op de toets
“LEARN” drukken).
• Houd nu op de draadloze “Master”-rookmelder de toets “TEST” ongeveer 5 seconden ingedrukt
om het radiosignaal voor de aanmeldingsproces naar de draadloze “Slave”-rookmelder te zen-
den. Laat nu de toets weer los.
Beide LED’s knipperen en de draadloze “Master“-rookmelder geeft een geluidssignaal. De
draadloze “Slave”-rookmelder die het radiosignaal ontvangt, geeft ook een geluidssignaal.
• Druk nu ook op de draadloze “Slave”-rookmelder ongeveer 5 seconden op de toets “TEST”
(beide LED’s knipperen en er wordt een geluidssignaal gegeven) om het radiosignaal naar de
draadloze”Master”-rookmelder terug te sturen, zodat deze het aanmeldingsproces kan afslui-
ten. Laat de toets weer los.
Als de draadloze “Master”-rookmelder het radiosignaal ontvangt, geeft deze ook een geluids-
signaal.
• Na enkele seconden wordt het geluidssignaal van beide draadloze rookmelders uitgeschakeld
en gaan de LED’s uit.
De draadloze “Slave”-rookmelder is nu gekoppeld aan de draadloze “Master”-rookmelder.
Verwijderen van een draadloze “Slave”-rookmelder; terugzetten
naar de fabrieksinstellingen
Als u een bij de “Master”-rookmelder aangemelde “Slave”-rookmelder uit de groep wilt verwijde-
ren, gaat u als volgt te werk:
• Druk op de draadloze “Slave”-rookmelder enkele malen kort op de toets “LEARN” tot de LED
ernaast groen gaat branden (bij normaal gebruik: druk 2x kort op de toets “LEARN” ).
• Houd nu op de draadloze “Slave”-rookmelder de toets “TEST” ongeveer 5 seconden ingedrukt.
Beide LED’s knipperen en de draadloze rookmelder geeft een geluidssignaal.
• Laat de toets weer los.
De draadloze “Slave”-rookmelder is verwijderd en reageert niet meer op de signalen van de
draadloze “Master”-rookmelder.
De draadloze rookmelder is nu teruggezet naar de fabrieksinstellingen.
De draadloze rookmelder kan weer worden gekoppeld aan een draadloze “Master”-
rookmelder.
U kunt de draadloze rookmelder natuurlijk ook als “Master” gebruiken en er een andere
groep draadloze rookmelders aan koppelen.
Zoals u al hebt gelezen, bestaat een groep draadloze rookmelders uit één “Master” en
een of meer draadloze “Slave”-rookmelders. De groepen zijn onafhankelijk van elkaar.
Als bij een draadloze “Master”-rookmelder alle “Slave”-rookmelders zijn verwijderd,
kan deze ook als “Slave” worden aangemeld in een andere groep.