16
at
ch
A L L E S W E E R Z O G O E D A L S V R O E G E R
verpleeg-
nl
Symbolen
Onderhoud
Controleer regelmatig de onderdelen en
boutverbindingen van de rolstoel. Als de
schroeven losgeraakt zijn, draai ze weer vast
om veiligheidsrisico's te vermijden. Bewe
-
gende onderdelen moeten wekelijks worden
behandeld met smeerolie om hun werking te
waarborgen. Gebruik na gebruik een zachte
en droge doek om de frameonderdelen van
de rolstoel schoon te maken, om roestvor-
ming te voorkomen. Houd het kussen en
de rugleuning schoon om huidinfectie te
voorkomen. Als de rolstoel niet in gebruik
is, moet deze op een droge, geventileerde
plaats worden bewaard. Gooi de kartonnen
doos en het verpakkingsmateriaal van de
rolstoel weg volgens de geldende voorschrif-
ten.
Trommelrem – Begeleider
De trommelrem wordt door de begeleider
via de hendels van de duwhandgrepen
bediend. De begeleider kan de rolstoel
gecontroleerd afremmen om een veilige rit
te garanderen.
Functie als bedrijfsrem:
Beide remhendels
slechts licht aantrekken, zodat u de rolstoel
gecontroleerd afremt.
Functie als parkeerrem:
om de rolstoel
tegen onbedoeld wegrijden te beschermen,
trekt u beide remhendels gelijkmatig aan.
Druk met één vinger op de pal van de rem-
hendel totdat deze vastklikt. Laat vervolgens
beide remhendels los en controleer of het
vergrendelingsmechanisme op slot zit en of
de rolstoel stevig staat. De rolstoel mag niet
rijden wanneer de remmen zijn vergrendeld.
Om de trommelrem te ontgrendelen, trekt
u de remhendels vast totdat de pallen auto-
matisch uit de vergrendeling springen. Laat
beide remhendels los. De parkeerremmen
zijn nu vrijgegeven en de rolstoel is weer
klaar om te rijden.
Als de parkeerrem niet voldoende
remwerking heeft, moet de rem
opnieuw worden afgesteld in een
gespecialiseerde werkplaats.
Tip
Naar boven
Breekbaar
Droog houden
NL
