Brushless-rijregelaar 45 A “Fighter”
Bestelnr. 70 47 88
Beoogd gebruik
De elektronische rijregelaar is geschikt voor traploze toerentalregeling van sensorloze Brushless-motoren
(niet in de leveringsomvang van de rijregelaar) en wordt bij modelauto’s op de ontvangeruitgang voor de
rijfunctie aangesloten.
Dit product voldoet aan de wettelijke, nationale en Europese eisen. Alle voorkomende bedrijfsnamen en
productaanduidingen zijn handelsmerken van de betreffende eigenaren. Alle rechten voorbehouden.
Omvang van de levering
• Rijregelaar
• Gebruiksaanwijzing
Veiligheidsaanwijzingen
Bij beschadigingen, veroorzaakt door het niet in acht nemen van deze gebruiksaanwijzing,
vervalt de waarborg/garantie. Voor gevolgschade zijn wij niet aansprakelijk!
Wij zijn niet verantwoordelijk voor materiële schade of persoonlijk letsel veroorzaakt door
ondeskundig gebruik of door het niet opvolgen van de veiligheidsaanwijzingen. In derge-
lijke gevallen vervalt de waarborg/garantie!
• Om redenen van veiligheid en toelating (CE) is het eigenmachtig ombouwen en/of wijzigen van het pro
-
duct niet toegestaan. Demonteer het product niet, het bevat geen door u in te stellen of te onderhouden
onderdelen. Bovendien vervalt hierdoor de waarborg/garantie!
• Het apparaat is geen speelgoed. Houd het buiten bereik van kinderen.
• Schakel altijd eerst de zender in en zet de bedieningshendel voor de rij-/remfunctie in de neutraalstand.
Pas daarna mag de rijregelaar met een accupak worden verbonden en worden ingeschakeld. Bij het
uitschakelen moet de omgekeerde volgorde worden aangehouden. Voorafgaand aan het uitschakelen van
de zender moet altijd eerst de rijregelaar worden uitgeschakeld en van de accu worden losgekoppeld.
• Koppel de accu altijd dan los van de rijregelaar, als de rijregelaar niet meer nodig is. Bij kortstondige
onderbrekingen kan de rijregelaar via de aan-/uitschakelaar worden gedeactiveerd.
• De rijregelaar kan met NiMH/NiCd-accu’s of tevens met LiPo-accu’s worden gebruikt. De technische ge
-
gevens vindt u in de tabel in het hoofdstuk “Technische gegevens”.
• Afhankelijk van het gebruiksdoel (on- of off-road) en de rijwegondergrond (teer, zand, gras) resulteren
hieruit verschillende stroomwaarden tijdens het gebruik. Raadpleeg hiervoor absoluut de technische ge
-
gevens in deze gebruiksaanwijzing. Bij het niet opvolgen van de grenswaarden raken eventueel de motor
en/of de rijregelaar onherstelbaar beschadigd. Verlies van waarborg/garantie.
• Zowel de rijregelaar als de hierop aangesloten motor en tevens de accu worden bij gebruik zeer warm,
verbrandingsgevaar!
• Bedien de rijregelaar alleen via een accupak, maar nooit via een netadapter.
• Sluit slechts één enkele brushless-motor op de rijregelaar aan.
• De brushless-rijregelaar is niet geschikt voor gebruik van gebruikelijke elektromotoren met twee aanslui
-
tingen! De rijregelaar is alleen geschikt voor gebruik van een sensorloze brushless-motor.
• Houd bij het inbouwen de grootst mogelijke afstand tussen de rijregelaar en ontvanger resp. motor aan,
om een tegengestelde beïnvloeding te vermijden.
• Leg de antenneleiding van de ontvanger niet parallel ten opzichte van de stroomvoerende kabel aan.
• Bij de bediening van het model moet voor voldoende koeling van de rijregelaar en tevens van de motor
worden gezorgd. Dek de ventilator van de rijregelaar nooit af!
• Controleer de werking van de ventilator bij elke ingebruikname, blokkeer de ventilator niet. Verwijder stof
en vuil uit de ventilator, dat zich bijv. door het gebruik van het voertuig daar heeft verzameld.
• Vermijd het blokkeren van de aandrijving. Het is mogelijk dat de hieruit ontstane stromen de motor en/of
de rijregelaar onherstelbaar beschadigen.
• Let op een soepel lopende, regelmatig onderhouden aandrijfstang.
• Controleer het voertuig, de rijregelaar en de motor regelmatig op beschadigingen. Indien u beschadigin
-
gen vaststelt, gebruik het voertuig resp. de rijregelaar dan niet meer.
• De accu moet vóór het laden van de rijregelaar worden losgekoppeld.
• Behandel het product voorzichtig, door stoten, schokken of een val - zelfs van geringe hoogte - kan het
beschadigd raken.
• Laat het verpakkingsmateriaal niet rondslingeren, dit kan voor kinderen gevaarlijk speelgoed zijn. Let
erop, dat bij het omgaan met voertuigen zich nooit lichaamsdelen of voorwerpen in de gevarenzone van
draaiende onderdelen bevinden. Letselgevaar!
Aansluitingen en bedieningselementen
Afbeelding 1
1 Rijregelaar
2 Brushless-motor
3 Led-indicator
4 Aan/uit-schakelaar
5 Programmeertoets (set-uptoets)
6 Servostekker voor het aansluiten op de ontvanger
7 T-stekker voor het aansluiten van de accu
8 Ventilator incl. afdekking*
9 Aansluiting voor de ventilator resp. programmeerkaart**
* Let erop, dat de meegeleverde ventilator een bedrijfsspanning van 5 V laat zien en alleen in combinatie
met een 2-cellige LiPo-accu of een 4 - 6-cellige NiMH- resp. NiCd-rijaccu kan worden gebruikt.
Wanneer een 3-cellige LiPo-accu of een 7 - 9-cellige NiMH- of NiCd-rijaccu wordt gebruikt, moet de
aanwezige 5 V ventilator voor een exemplaar met 12 V bedrijfsspanning worden geruild. Eventueel kan
hiervoor de aanwezige ventilator worden afgesloten van de rijregelaar en direct uit de ontvanger worden
gevoed.
** Naast de mogelijkheid om te programmeren met behulp van de afstandsbediening bestaat de mogelijk
-
heid, de rijregelaar met een optionele programmeerkaart (niet in de leveringsomvang van de rijregeleaar)
te programmeren. De aansluiting van de programmeerkaart geschiedt dan in plaats van de ventilator.
Montage en aansluiten van de rijregelaar
• Bevestig de rijregelaar (1) in het voertuig en gebruik hiervoor bijv. dubbelzijdig plakband of een stuk klitten
-
band. De rijregelaar dient idealiter zo ver mogelijk van de ontvanger en motor (2) in het voertuig te worden
ingebouwd. Let erop, dat de led’s (3) op de rijregelaar (tussen motoraansluitkabel B en C) in ingebouwde
toestand nog goed zichtbaar zijn.
• Verbind de drie motoraansluitkabels (A, B en C) van de rijregelaar met die van de motor. Wanneer later
de draairichting van de motor onjuist is (afhankelijk van de overbrenging van het voertuig), verwissel dan
gewoon twee van de drie aansluitingen. De motor draait dan in de andere richting.
• Controleer of de bevestigingsschroeven van de ventilator goed vastzitten. Controleer dit ook regelmatig na
het gebruik van het voertuig.
• De aan-/uitschakelaar (4) met geïntegreerde programmeertoets (5) moet zo worden aangebracht, dat hij
gemakkelijk kan worden bediend. Voer ook hier de bevestiging uit met een stuk dubbelzijdig plakband of
klittenband.
• Leg de kabels zo aan, dat zij niet in draaiende of bewegende onderdelen van het voertuig terecht kunnen
komen. Gebruik bijv. kabelbinders om ze vast te maken.
• Verbind de driepolige stekker van de rijregelaar (6) met de ontvangeruitgang, die de besturingssignalen
voor de rij- en remfunctie ter beschikking stelt. Let hierbij absoluut op de juiste bezetting van de stek
-
kercontacten op de ontvanger (zie de gebruiksaanwijzing van de ontvanger resp. het opschrift op de
ontvanger).
Geel/wit/oranje leiding: Besturingssignaal
Rode leiding:
Bedrijfsspanning
Bruin/zwarte leiding:
Min/GND
• Omdat de rijregelaar BEC-elektronica bevat, mag geen ontvangerbatterij resp. geen ontvangeraccu wor
-
den gebruikt! De ontvanger en de aangesloten servo’s worden direct via de rijregelaar uit de rijaccu gevo
-
ed.
Indien in plaats van de ingebouwde BEC een afzonderli
-
jke ontvangerstroomvoorziening wordt gebruikt, moet van
de driepolige ontvangerstekker (6) van de rijregelaar de
middelste, rode draad worden onderbroken.
Bij het niet opvolgen wordt de rijregelaar onherstelbaar
beschadigd. Verlies van waarborg/garantie!
Voor het onderbreken van de rode leiding wordt met een
naald (10) het vergrendelingslipje aan de stekker lichtjes
opgetild en aansluitend het stekkercontact naar buiten
toe eruit getrokken (tekening A). De kabel met het vrij-
liggende contact wordt richting de kabel gelegd en met
plakband geïsoleerd en vastgezet (tekening B).
Afbeelding 2
Versie 11/13
Gebruiksaanwijzing
www.conrad.com
