
139
Aansluitend kunnen de in hoofdstuk 7. d)
voorbereide achterste wieldraagarmen
gemonteerd worden. Daartoe zijn de
volgende onderdelen vereist:
2x onderste steekschroeven „G“
2x bovenste steekschroeven „H“
2x aandrijfblokken „I“
2x wiel-steekassen „J“
2x kogellagers „K1“
2x tapschroeven 12mm „L“
2x schokdempers „M“
J
K1
I
M
G
H
L
L
H
L
G
H
J
G
I
J
M
I
F
M
F
De beide onderste wieldraagarmen van de achterste as worden met twee steekschroeven „G“ aan de onderste
wieldraagarmhouders aan het chassis gemonteerd. Let op de juiste montage van de linker en de rechter wieldraagarm!
Plaats als dat nog niet gebeurd is telkens een kogellager „K1“ correct in het asgewricht, en steek de wiel-steekassen
„J“ telkens doorheen het kogellager in het asgewrichten. Voeg de aandrijfblokken „I“ in tussen differentieel en wiel-
steekas „J“. Aansluitend worden de beide bovenste wieldraagarmen telkens bevestigd met een steekschroef „H“.
Monteer de beide schokdempers „M“ tegen de onderste wieldraagarm met een tapschroef „L“ (draadlengte 12mm).
Bevestig de schokdemper aan de linker- en de rechter wieldraagarm in dezelfde montageposities/gaten.
Boven aan de schokdemperbrug worden de schokbrekers op het draad van de inbusschroef „F“ gedraaid (zie de
vorige pagina; geschikte vorksleutel vereist).
Summary of Contents for 23 67 28
Page 158: ...158 ...
Page 159: ...159 ...