41
6. Veiligheidsaanwijzingen
Bij beschadigingen veroorzaakt door het niet opvolgen van deze gebruiksaanwijzing vervalt ieder recht op garantie! Voor vervolg-
schade die hieruit ontstaat, zijn wij niet aansprakelijk!
Voor materiële schade of persoonlijk letsel, veroorzaakt door ondeskundig gebruik of het niet opvolgen van de veiligheidsaanwijzingen,
aanvaarden wij geen aansprakelijkheid! In zulke gevallen vervalt de garantie.
Onder de garantie vallen bovendien niet de normale slijtage en schade door ongelukken of neerstorten (b.v. gebroken vliegtuigonderdelen).
Geachte klant,
Deze veiligheidsvoorschriften hebben niet alleen de bescherming van het product, maar ook van uw gezondheid en die van andere personen tot
doel. Lees daarom dit hoofdstuk zeer aandachtig door voordat u het product gebruikt!
a) Algemeen
Let op, belangrijk!
Bij gebruik van het model kan het tot materiële schade of lichamelijke letsels komen. Houd rekening met het feit dat u voor het gebruik van het
model voldoende verzekerd bent, bijv. via een aansprakelijkheidsverzekering. Informeer indien u reeds beschikt over een aansprakelijkheids-
verzekering voor u het model in bedrijf neemt bij uw verzekering of het gebruik van het model mee verzekerd is.
Let op: In sommige landen van de EU bestaat een verzekeringsplicht voor alle vliegmodellen.
• Het product is geen speelgoed. Het is niet geschikt voor kinderen onder de 14 jaar.
• Het product mag niet vochtig of nat worden.
• Gelieve u tot een ervaren modelsporter of een modelbouwclub te wenden als u nog niet genoeg kennis heeft voor het gebruik van afstandsbediende
modelbouwproducten.
• U mag het verpakkingsmateriaal niet zomaar laten rondslingeren. Dit is gevaarlijk speelgoed voor kinderen.
• Wendt u zich tot ons (zie hoofdstuk 1 voor de contactgegevens) of een andere vakman indien u vragen heeft die niet met behulp van deze gebruiksaanwijzing
opgehelderd kunnen worden.
b) Voor de ingebruikname
De staartvlakken en vleugels van het modelvliegtuig zijn al af fabriek met strijkfolie bespannen.
Bij transport en opslag komt het door temperatuurschommelingen en door veranderingen van de luchtvochtigheid tot luchtbellen en kreuken in de
strijkfolie.
Dit is geen defect of reden tot klacht aangezien het een volledig normaal proces is dat zich in de loop van het gebruik kan voordoen.
Door het voorzichtig opwarmen met een strijkijzer (eerste stap) of hete luchtpistool en het aansluitend gladstrijken met een droge, zachte doek
kunnen deze kreuken heel makkelijk worden weggewerkt.
• Rol de antennedraad van de ontvanger in het model over zijn gehele lengte af (alleen nodig bij 35 of 40 MHz afstandsbediening). Het gedeelte van de
ontvangerantenne dat eventueel uit het model hangt, mag niet naar voren gelegd en aan het model bevestigd of afgeknipt worden. De beste ontvangst-
resultaten worden verkregen wanneer de kabel losjes uit het model hangt en bij het vliegen nagesleept wordt.
• Controleer dat er binnen de reikwijdte van de afstandsbediening geen andere modelproducten gebruikt worden met hetzelfde afstandsbedieningskanaal of
zendfrequentie. Anders kunt u de controle over uw op afstand bediende modellen verliezen!
• Controleer regelmatig de technische veiligheid van uw model en de afstandsbediening. Let hierbij op zichtbare beschadigingen, zoals defecte steekverbindingen
of beschadigde kabels. Alle bewegende onderdelen van het model moeten soepel werken en de lagers mogen geen speling vertonen.
• De ontvangeraccu die voor de werking nodig is en de accu´s die eventueel in de zender geplaatst zijn, moeten volgens de aanwijzingen van de fabrikant
opgeladen worden.
• Als u batterijen voor de stroomvoorziening van de zender gebruikt, moeten deze voldoende restcapaciteit hebben (eventueel met een batterijtester controle-
ren). Als de batterijen leeg zijn, moeten steeds alle batterijen vervangen worden, dus nooit aparte batterijen.
• Vóór elk gebruik moeten de instellingen van de trimmers van de zender voor de verschillende stuurrichtingen worden gecontroleerd en indien nodig worden
versteld.
• Trek voor het gebruik van het model de telescoopantenne van de zender (bij 35 of 40 MHz afstandsbedieningen) steeds volledig uit, aangezien de zender
anders een veel kleinere reikwijdte zal hebben en de zendereindtrap te sterk belast wordt.
• Schakel altijd eerst de zender in. Pas daarna mag de ontvangeraccu van het model aangesloten worden.