![background image](http://html1.mh-extra.com/html/radialight/touch/touch_installation-and-operating-manual_3245926032.webp)
32
De normale werking wordt niet automatisch gereset; druk hiervoor op een van de vijf toetsen van het apparaat.
De correcte werking van deze functie is afhankelijk van de plaats waar het toestel in de ruimte geïnstalleerd
is, de aanwezigheid van tocht, de buitentemperatuur en hoe lang het raam open blijft.
OPEN-RAAM-DETECTIE
ACTIVEREN
Nadat u de COMFORT temperatuur heeft bevestigd, begint de OPEN-RAAM-DETECTIE modus te knipperen.
Het display toont
88:oN
als de modus aan staat en
88:o
F
als deze gedeactiveerd is. Stel de gewenste modus in met
de
en
-toetsen.
88
:
oF
Druk op
om te bevestigen.
88
:
on
EINDE:
BASIS INSTELLINGEN
U heeft nu de juiste TIJD, DAG
,
COMFORT temperatuur en OPEN-RAAM-DETECTIE vast ingesteld.
(al deze basisinstellingen gelden nu voor
ALLE DAGEN VAN DE WEEK
d
:1 T/M
d:7
en voor de gehele verdere
werking van de fanheater)
08
:
30
COMFORTTEMPERATUUR TONEN/WIJZIGEN
U kunt de ingestelde comforttemperatuur op elk moment bekijken door één keer op de
of
-toets te drukken.
Als u nogmaals drukt, kunt u de ingestelde temperatuur naar boven met de
-toets of met de naar beneden
-toets aanpassen.
Wanneer de ECO modus actief is en u op de
-toets drukt, schakelt het apparaat automatisch de COMFORT
temperatuur weer in. U hoeft niet te wachten tot de sensor ten minste 2 minuten lang iemand in de ruimte detecteert.
Indien u de COMFORT temperatuur wilt bekijken/aanpassen zonder de ECO modus te verlaten, drukt u eerst op de
-toets. Indien de ECO modus actief is, brandt de led groen.
OPMERKING:
De temperatuur die door de binnensensor van het apparaat wordt gemeten, is de omgevingstemperatuur
vlakbij het apparaat en kan afwijken van de temperatuur die met andere instrumenten in andere delen van de ruimte
wordt gemeten. Het verschil kan van een groot aantal factoren afhankelijk zijn, bijvoorbeeld:
- plaats van installatie: in sommige delen van de ruimte is er sprake van tocht of warme luchtzakken die de meting van
de sensor beïnvloeden;
- montage op een externe muur: deze is gewoonlijk kouder dan een interne muur, wat ertoe kan leiden dat een
temperatuur gemeten wordt die lager is dan de echte temperatuur in de ruimte.
- veel handdoeken op de handdoekhouder: dit kan de luchtstroom belemmeren. Als gevolg hiervan kan de sensor een
temperatuur meten die hoger is dan de echte temperatuur in de ruimte.
- onstabiele omstandigheden: een beoordeling moet plaatsvinden bij stabiele omstandigheden. Hiertoe mag de
comforttemperatuur uitsluitend 60 minuten na een eerdere aanpassing worden gewijzigd. Indien de comforttemperatuur
in korte tijd vaak wordt aangepast, kan de temperatuur die het apparaat in een ruimte handhaaft niet correct worden
beoordeeld.
Als bij stabiele omstandigheden een verschil tussen de ingestelde temperatuur en kamertemperatuur wordt
gedetecteerd, moet u het verschil meten en de comforttemperatuur verhogen of verlagen op basis van het exact
gemeten verschil.