
17.2
17.1
16.1
16.2
16.3
16.4
16
17
Stel het rolgordijn in op een gewenste favoriete positie.
Druk op de knop
programmeren
op de motor om de programmeermodus
te activeren. Het rolgordijn begint te draaien.
Houd de knop
midden
ingedrukt om deze favoriete positie op te slaan.
Het rolgordijn stopt kort met draaien om aan te geven dat de favoriete
positie is opgeslagen.
Druk op de knop
programmeren
op de motor om de programmeermodus
uit te schakelen. Het rolgordijn stopt met draaien.
Midden
Favoriete positie opnieuw instellen
Druk op de knop
programmeren
op de motor om de programmeermodus
te activeren. Het rolgordijn begint te draaien.
Houd de knop
programmeren
ingedrukt totdat het rolgordijn stopt met draaien
(circa 5 seconden); de directe bediening wordt nu uitgeschakeld of opnieuw
geactiveerd.
Als u op de knop ‘omhoog’ of ‘omlaag’ op de afstandsbediening drukt, beweegt het rolgordijn
gelijk naar de eindposities (directe bediening). De directe bediening kan worden uitgeschakeld,
zodat het rolgordijn in kleinere stappen kan worden bediend met behulp van de knoppen
‘omhoog’ en ‘omlaag’. Het rolgordijn kan nu alleen direct naar de eindposities bewegen als er
langer dan twee seconden op de knop ‘omhoog’ of ‘omlaag’ wordt gedrukt.
Schakel de directe bediening uit
MOTION
CM-03/05-BUISMOTOR (LI-ION)
18/45
© Copyright