7. MONTAGE VAN DE INSTALLATIEPLAAT EN MAKEN VAN DE LEIDINGDOOR-
VOER.
7.1 Montage van de installatieplaat van het binnendeel
WAARSCHUWING
Gebruik een leidingzoeker voordat de benodigde gaten in de wand worden geboord om
stroomkabels en leidingen in de wand op te sporen, zodat onnodige beschadigingen van de wand
en gevaarlijke situaties worden voorkomen.
a.
Breng de installatieplaat
horizontaal op een voldoende stevige wand aan en houd een ruimte
rond de installatieplaat aan. Zie afbeelding 8
b.
Als de wand is gemaakt van baksteen, beton of een vergelijkbaar materiaal, dienen acht gaten met
een diameter van 5 mm in de wand te worden geboord. Breng de pluggen
voor de desbetreffende
bevestigingsschroeven
aan.
c.
Monteer de installatieplaat
op de wand met acht schroeven van het type “A”
.
G
OPMERKING
Monteer de installatieplaat en boor gaten in de wand in overeenstemming met het materiaal
van de wand en de desbetreffende bevestigingspunten op de installatieplaat. (afmetingen zijn in
“mm” tenzij anders aangegeven).
Correcte montage
van installatieplaat
Afbeelding 8
S(C)5225(B)/S(C)4225
717mm
302mm
318mm
409mm
249mm
153mm
102mm
39mm
pipe hole
65mm
pipe hole
65mm
Indoor unit outline
54mm
1
112