11
<DRB1388> Du
Nederlands
Voordat u het apparaat gebruikt (Benaming en functie van de onderdelen)
MODE
OUT
L
Y
C
B
C
R
P
R
P
B
R
S
S
SYNC IN
AUDIO OUT
VIDEO OUT
COMPOSITE
PREVIEW OUT
DIGITAL
DJ
NORMAL
CONTROL
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Achterpaneel
1. POWER OFF (
—
)/ON (
_
) schakelaar
2. Hoofd video-uitgangsaansluitingen (VIDEO OUT)
RCA en BNC-type aansluitingen voor uitvoer van DVD-weergavevideo
(composietsignalen), evenals een S-video uitgangsaansluiting.
3. Componentvideo-uitgangsaansluitingen (Y, C
B
/P
B
, C
R
/P
R
)
BNC-type aansluitingen voor uitvoer van componentsignalen van
DVD-weergavevideo. Deze signalen bieden een hogere beeldkwaliteit
dan de composietsignalen.
4. Functiekeuzeschakelaar (MODE NORMAL/DJ) (
☞
blz. 14)
Als deze schakelaar tijdens afspelen in een andere stand wordt gezet,
zal het afspelen stoppen, waarna dit bij het begin van de disc wordt
hervat.
DJ:
Voor gebruik van de jog-draaischijffuncties, tempovariaties en
andere DJ-functies. Tijdens DVD-weergave worden ondertiteling en
diverse andere functies en mogelijkheden niet ondersteund, en
sommige gedeelten kunnen niet worden afgespeeld.
NORMAL:
De DJ-functies worden niet ondersteund. De pauzefunctie
is stil, zonder geluid. Tijdens DVD-weergave worden de gekozen
audiosignalen via de digitale uitgangsaansluitingen uitgevoerd. Tijdens
CD-weergave worden digitale gegevens die subcodes bevatten
uitgevoerd (CD graphics wordt niet ondersteund).
5. DIGITAL OUT aansluiting
RCA-type coaxiale digitale uitgang voor het aansluiten van een AV-
versterker, Dolby Digital/DTS-decoder, CD-recorder enz.
Als de
functiekeuzeschakelaar (4)
op “
DJ
” staat, worden er tijdens
DVD-weergave lineaire 2-kanaals digitale PCM-gegevens uitgevoerd,
ongeacht het gekozen audiosignaalformaat. Tijdens CD-weergave
worden er alleen audiogegevens uitgevoerd die geen subcodes
bevatten.
Als de
functiekeuzeschakelaar (4)
op “
NORMAL
” staat, worden
er tijdens DVD-weergave digitale gegevens in het gekozen
audiosignaalformaat uitgevoerd. Tijdens CD-weergave worden er
digitale gegevens uitgevoerd die subcodes bevatten.
6. CONTROL aansluiting
Verbind deze aansluiting met behulp van het bijgeleverde
bedieningssignaalsnoer met een Pioneer DJ-mengpaneel (DJM-600,
DJM-500, DJM-300, DJM-909, DJM-707 of DJM-3000) voor
bediening van dit apparaat vanaf het DJ-mengpaneel. Dit is handig
voor gebruik van functies zoals fader-start weergave en terug-naar-
cue.
Tevens kan deze aansluiting met een andere DJ-speler worden
verbonden voor automatische relais-weergave (
☞
blz. 40).
7. SYNC IN aansluiting
BNC-type ingangsaansluiting voor het invoeren van een extern
synchronisatiesignaal. Deze aansluiting kan verbonden worden met
een los verkrijgbare speciale synchronisatiesignaal-generator.
8. AUDIO OUT L,R aansluitingen
RCA-type analoge audio-uitgangsaansluitingen.
9. Preview video-uitgangsaansluitingen (PREVIEW OUT)
RCA-type aansluiting (composietsignalen) en S-video
uitgangsaansluiting. Deze aansluitingen voeren monitorbeelden uit
die de DJ tijdens zijn werk kan gebruiken. Tevens worden diverse
hulpberichten en aanduidingen uitgevoerd (
☞
blz. 12).
10. Netingang
Gebruik het bijgeleverde netsnoer om het apparaat op een
stopcontact aan te sluiten.
Display op de jog-draaischijf
30. Werkingsdisplay
Dit display geeft de weergavepositie aan; 135 frames voor één volledige rotatie. Het display
draait rond tijdens afspelen en stopt in de pauzestand.
31. Cue-punt-positie display
Dit display geeft de positie van het huidige cue-punt aan.
32. Display voor status van audio/videogeheugen
Dit display knippert tijdens het schrijven naar het audio/videogeheugen; het display licht
continu op wanneer het schrijven is voltooid. Wanneer de indicator knippert, is het mogelijk
dat u geen real-time cue-punten of hot-cue punten kunt opnemen.
33. Detectie-indicator voor aanraken van jog-draaischijf
In de VINYL stand licht deze indicator op wanneer de bovenkant van de jog-draaischijf wordt
aangeraakt.
34. Indicator voor VINYL functie (Vinyl)
Deze indicator licht op wanneer de VINYL functie is ingeschakeld.
30
33
34
31
32