2 Houd
c
of
d
ingedrukt om vooruit of
achteruit te spoelen.
3 Drukop
c
of
d
om naar het vorige of
volgende fragment te gaan.
Als u op
d
drukt, gaat u naar het begin van
het volgende fragment. Als u één keer op
c
drukt, gaat u naar het begin van het huidige
fragment. Als u nogmaals op deze toets drukt,
gaat u naar het vorige fragment.
Opmerkingen
!
De ingebouwde CD-speler kan een standaard-
CD van 12 cm of 8 cm afspelen. Gebruik geen
adapter als u CD
s van 8 cm afspeelt.
!
Plaats geen ander object dan een CD in de
CD-laadsleuf.
!
Als er een foutmelding zoals
ERROR-11
wordt
weergegeven, raadpleegt u
Foutmeldingen
op
bladzijde 89.
Herhaalde weergave
Met herhaalde weergave kunt u hetzelfde frag-
ment laten herhalen.
%
Drukop 5 om herhaalde weergave in
of uit te schakelen.
Als herhaalde weergave is ingeschakeld, ver-
schijnt
RPT
in het display.
#
Als u een fragment zoekt of vooruit- of achter-
uitspoelt, wordt herhaalde weergave automatisch
geannuleerd.
Fragmenten in willekeurige
volgorde afspelen
Met willekeurige weergave kunt u de fragmen-
ten op de CD in willekeurige volgorde laten af-
spelen.
%
Drukop 4 om willekeurige weergave in
of uit te schakelen.
Als willekeurige weergave is ingeschakeld, ver-
schijnt
RDM
in het display.
Fragmenten op een CD scannen
Met de scanweergave hoort u de eerste 10 se-
conden van elk fragment op de CD.
1 Drukop 3 om de scanweergave in te
schakelen.
SCAN
zal op het display verschijnen. De eerste
10 seconden van elk fragment worden afge-
speeld.
2 Als u het gewenste fragment heeft ge-
vonden, drukt u op 3 om de scanweergave
uit te schakelen.
#
Wanneer het scannen van de CD is voltooid,
begint de normale weergave van de fragmenten
opnieuw.
Het afspelen van een CD
onderbreken
Het afspelen van het huidige fragment wordt
onderbroken.
%
Drukop 6 om de pauzefunctie in of uit
te schakelen.
Als de pauzefunctie is ingeschakeld, ver-
schijnt
PAUSE
in het display.
Audio-instellingen
Inleiding tot de audio-instellingen
%
Drukop AUDIO om de namen van de
audiofuncties op het display te laten ver-
schijnen.
Druk meerdere keren op
AUDIO
om te schake-
len tussen de volgende audiofuncties:
FAD
(balans instellen)
BASS
(lage tonen in-
stellen)
MID
(middentonen instellen)
TREBLE
(hoge tonen instellen)
LOUD
(loudness)
SLA
(niveau signaalbron instel-
len)
#
Wanneer u de FM-tuner als signaalbron ge-
bruikt, kunt u niet overschakelen naar
SLA
.
#
Druk op
BAND
om terug te keren naar het bij
de signaalbron behorende display.
Bediening van het toestel
Nl
85
Hoofdstuk
Nederlands
03