Na het inbouwen van dit
navigatiesysteem
1
Sluit de accu aan.
Controleer nogmaals of alle aansluitingen op
de juiste wijze zijn gemaakt en dit product cor-
rect is ingebouwd. Monteer de auto-onderde-
len die u bij het inbouwen van het apparaat
heeft verwijderd. Sluit tot slot de massakabel
(
–
) weer op de massapool (
–
) van de accu aan.
2
Start de motor.
3
Druk op de RESET-toets.
Druk met een spits voorwerp, zoals de punt
van een pen, op de
RESET
toets van de modu-
le.
4
Voer de volgende instellingen uit:
1
Installeer het programma in het navigatie-
systeem.
2
Stel de tijd en de taal in.
3
Rij totdat de geïnitialiseerde sensors nor-
maal gaan werken.
Zie de Bedieningshandleiding voor nadere bij-
zonderheden omtrent de instellingen van het
navigatiesysteem.
Opmerking
Na installatie van dit navigatiesysteem dient u op
een veilige plaats te controleren of het voertuig
normaal functioneert.
Na installatie
Nl
181
Hoofdstuk
Nederlands
05