28
H
OE
DE
BABYFOON
TE
GEBRUIKEN
Geluid van uw baby bewaken
De toestellen gebruiken om te luisteren naar uw baby:
• Plaats het babytoestel op tenminste 1 m van de baby, zodanig dat de microfoon (A-1) de geluiden die
de baby maakt, nog kan opvangen.
• Kies op beide toestellen hetzelfde kanaal.
• Druk op de drukknop
POWER
om het babytoestel (A-4) aan te zetten.
• Zet de regelaar
SENSITIVITY
(A-5) op het babytoestel in de middenstand (5).
• Het groene indicatielampje
TRANSMIT
(A-3) licht op zodra een geluid in de ruimte wordt geregistreerd.
• Loop met het oudertoestel weg van het babytoestel.
• Schakel het oudertoestel in met de volumeregelaar/uit-schakelaar (B-5) en zet het volume in de
gewenste stand.
• Schuif de antenne op het oudertoestel (B-3) uit voor een zo optimaal mogelijke ontvangst.
• Gebruik, indien nodig, de regelaar
SENSITIVITY
(A-5) op het babytoestel om de gevoeligheidsinstelling
zodanig te wijzigen dat de microfoon nog juist geluid oppikt.
Wanneer de regelaar
SENSITIVITY
(A-5) in de stand ‘9’ wordt gezet, dan pikt de microfoon zelfs de zachtste
geluidjes op. Experimenteer met de instelling om de voor uw situatie meest ideale stand te bepalen.
Het groene indicatielampje
LINK
(B-1) brandt continu wanneer het oudertoestel en het babytoestel
verbinding met elkaar hebben.