5
Druk de haren zachtjes tegen uw tanden en de rand van uw
tandvlees. Poets uw tanden met kleine heen-en-weerbewegingen
zodat de haren tussen de tanden (Fig. 9) komen.
Opmerking: De borstelharen horen tijdens het borstelen licht uit
elkaar te staan. Schrob niet.
6
Houd voor het poetsen van de binnenkant van de voortanden het
handvat van de tandenborstel iets meer rechtop en maak op elke
tand (Fig. 10) een paar overlappende verticale poetsbewegingen.
7
Begin met het poetsen van kwadrant 1 (buitenkant boventanden)
en poets 30 seconden (45 seconden in Deep Clean-modus)
voordat u naar kwadrant 2 (binnenkant boventanden) gaat. Ga
vervolgens naar kwadrant 3 (buitenkant ondertanden) en poets 30
seconden (45 seconden in Deep Clean-modus) voordat u naar
kwadrant 4 (binnenkant ondertanden (Fig. 11)) gaat.
Opmerking: Om ervoor te zorgen dat u overal even goed poetst,
verdeelt u uw mond in 4 kwadranten met behulp van de
Quadpacer (zie hoofdstuk 'Functies').
Opmerking: Nadat u de poetsbeurt hebt voltooid, kunt u extra tijd
besteden aan het poetsen van de kauwvlakken van uw kiezen en
plaatsen met verkleuring. U kunt ook uw tong poetsen met de
tandenborstel in- of uitgeschakeld, afhankelijk van uw voorkeur
(Fig. 12).
De Philips Sonicare is veilig te gebruiken op:
- Beugels (opzetborstels slijten sneller als deze op een gebit met
een beugel worden gebruikt).
- Tandheelkundige restauraties (vullingen, kronen, facings).
Poetsstanden
1
Druk binnen 5 seconden twee keer op de aan-uitknop om van
modus te veranderen.
2
Druk na 5 seconden opnieuw op de aan-uitknop om uw Philips
Sonicare uit te schakelen.
Bij uw Philips Sonicare is standaard de Clean-modus geactiveerd.
Opmerking: Wanneer de Philips Sonicare wordt gebruikt voor klinisch
onderzoek, moet deze worden gebruikt in de standaard ingestelde
79
Nederlands