Beeldmontage
Om opnamen zonder storende overgangen aan elkaar te
koppelen, gaat u als volgt te werk:
a
Zoek tijdens de weergave de juiste bandpositie.
b
Druk op de
STOP
h
-toets van de afstandsbediening. Op
het beeldscherm verschijnt ’
Pauze
’.
c
Begin nu met de opname, zoals gewoonlijk, met de
RECORD
n
-toets.
Omschakelen van de opnamesnelheid
(SP/LP)
U kunt de opnamesnelheid halveren. Daardoor kunt u b.v. met
een ’E240’-cassette (=4 uur) 8 uur opnemen.
a
Druk op de
MENU
-toets. Het hoofdmenu verschijnt.
b
Kies de regel ’
Band
’ met de
P
r=
of
P
q;
-toets
en bevestig met de
SqP
-toets.
c
Kies de regel ’
Bandsnelheid
’ met de
P
r=
of
P
q;
-toets.
d
Kies de gewenste opnamesnelheid met de
QSr
of
SqP
-toets.
D
’
LP
’
:
L
ong
P
lay= halve opnamesnelheid (dubbele
opnametijd).
’
SP
’
:
S
tandard
P
lay= normale opnamesnelheid.
D
De beeldkwaliteit is slechter bij opnamen met halve
opnamesnelheid (’LP’).
D
Tijdens de weergave wordt automatisch de juiste
opnamesnelheid gekozen.
e
Bevestig met de
OK
-toets.
f
Be ¨eindig met de
MENU
-toets.
17