Petsafe PIG00-14673, Product Manual

Page: 86 / 184

EN
FR
ES
NL
IT
DE
petsafe.com 86
Systeemtest
De systeemtest wordt gebruikt om de oorzaak van
systeemproblemen vast te stellen die nergens anders
in deze producthandleiding worden behandeld. U
hebt een stuk grensdraad nodig van meer dan 4,5 m
waarvan aan elke uiteinde 1 cm van de isolatie is
verwijderd om als een testlusdraad te gebruiken.
Noteer de instelling van de grenscontroleschakelaar
en de instelling van de ontvangerhalsband voordat u
de systeemtest start.
Volg de onderstaande stappen om de systeemtest
uit te voeren:
1. Verwijder de ontvangerhalsband van de hals
van uw huisdier en zorg ervoor dat deze volledig
is opgeladen.
2. Zet de grenscontroleschakelaar op B.
3. Stel het statische stimulatieniveau op de
ontvangerhalsband in op niveau 5.
4. Maak de ineengedraaide grensdraad los uit de
grensdraadaansluitingen op de omheiningszender
door de rode hendeltjes op de aansluiting in te
drukken en de draden los te trekken.
5. Steek de twee uiteinden van de testlusdraad in de
grensdraadaansluitingen op de zender.
6. Draai de knop van de grensbreedteafstelling naar
10 en dan terug naar 5.
7. Plaats de contacten van het testlampje op de
contactpunten van de ontvangerhalsband. Loop
naar de draad vanuit de buitenste lus 3 cm boven de grond terwijl u de ontvangerhalsband met het testlampje
vasthoudt ( 13 ). Onthoud de afstand tot de draad waarbij de ontvangerhalsband wordt geactiveerd.
8. Draai de knop van de grensbreedteafstelling naar 10 en herhaal stap 7. De afstand waarbij de
ontvangerhalsband wordt geactiveerd zou groter moeten zijn dan de eerste keer.
9. Als er meerdere ontvangerhalsbanden met het systeem worden gebruikt, moet u de bovenstaande test voor
iedere halsband herhalen.
10. Houd de knop van de grensbreedteafstelling op 10. Zet de grenscontroleschakelaar op A. Loop dan richting de
lus met de ontvangerhalsband zoals in stap 7 en controleer of de ontvangerhalsband wordt geactiveerd.
11. Houd de knop van de grensbreedteafstelling op 10. Zet deze keer de grenscontroleschakelaar op C. Loop richting
de lus met de ontvangerhalsband zoals in stap 7 en controleer of de ontvangerhalsband wordt geactiveerd.
12. De resultaten interpreteren:
a. Als, bij een van de bovenstaande tests, het stroomverklikkerlampje of het luscontrolelicht op de
omheiningszender niet allebei branden of het alarm is ingeschakeld, controleer en vervang dan indien nodig
de zekering van de omheiningszender. Indien het probleem niet verholpen wordt door het vervangen van de
zekering, dan is er een probleem met de zender. Neem contact op met de klantenservice.
b. Als zowel het stroomverklikkerlampje als de luscontrolelichtjes aan zijn, maar de ontvangerhalsband de
testlusdraad niet activeert, dan werkt de ontvangerhalsband niet. Neem contact op met de klantenservice.
c. Als het stroomverklikkerlampje en de luscontrolelichtjes aan zijn bij alle 3 de posities van de
grenscontroleschakelaar en de ontvangerhalsband wordt geactiveerd op verschillende afstanden op de
testlusdraad, dan zit het probleem hoogstwaarschijnlijk in de grensdraad van de omheining. Voer de test voor
het lokaliseren van de draadbreuk uit.
13. Wanneer de test is voltooid, sluit u de grensdraad opnieuw aan en controleert u of de grensdraad op de zender is
aangesloten en of de zender is aangesloten.
14. Zet de grenscontroleschakelaar en de knop voor de grensbreedteafstelling terug naar de positie die u eerder
hebt genoteerd.
15. Herhaal de test voor de grensbreedte vanaf stap 8 op pagina 76 totdat u de gewenste grensbreedte tussen
4 en 6 m bereikt.
13