10
PRODUCTBESCHRIJVING
Zie afbeeldingen vooraan in de handleiding.
GEBRUIK VAN HET PRODUCT
BATTERIJEN AANBRENGEN EN VERVANGEN
• Open het batterijvak door het deksel naar beneden te schuiven om de twee LR 3-batterijen
(met de thermometer meegeleverd) aan te brengen of te vervangen.
Plaats de batterijen in de
juiste richting volgens de aandui en
- en sluit het batterijvak voor u de thermometer
gebruikt.
DE TEMPERATUUR NEMEN
De thermometer inschakelen
• Druk op de ON-toets om de thermometer in te schakelen.
• De thermometer voert een autocontrole uit waarbij alle symbolen gedurende één
seconde op het scherm verschijnen (fig. 1).
Functie instellen (voorhoofd of voorwerp)
• Er zijn twee instellingen: Voorhoofd: voor het meten van de lichaamstemperatuur
Voorwerp: voor het meten van de temperatuur van de omgeving
of voorwerpen
• De thermometer heeft als standaardinstelling de temperatuurname op het voorhoofd.
• Druk op de MODE-toets om over te schakelen van de instelling voor temperatuurname voorhoofd
naar voorwerp (of omgekeerd). U hoort een pieptoon wanneer de instelling is gewijzigd.
Temperatuurname van het lichaam
• Controleer of de thermometer op “voorhoofd” is ingesteld. Op het scherm van de Thermo Distance
verschijnt het symbool .
• Druk op de meettoets en houd hem ingedrukt tijdens de volledige
temperatuurname.
• Houd de thermometer op een afstand van ongeveer 6-8 cm naar het
voorhoofd van het kind/de volwassene gericht.
• Pas de afstand tussen de thermometer en het voorhoofd aan tot het
controlelampje onafgebroken brandt en u een reeks pieptonen hoort.
• Wanneer het controlelampje onafgebroken brandt, geeft dit aan dat de thermometer zich op de
juiste afstand van het voorhoofd bevindt en de temperatuur nauwkeurig kan worden genomen.
• Laat de meettoets los en houd de thermometer op het voorhoofd van het kind/de volwassene
gericht.
• 1 seconde later geeft een nieuwe pieptoon aan dat de temperatuur genomen is. De thermometer
mag dan van het voorhoofd van het kind/de volwassene worden verwijderd.
• De temperatuur verschijnt op het lcd-scherm en wordt automatisch opgeslagen.
Temperatuurname van de omgeving en van voorwerpen
• Om de temperatuur van een object, voeding, vloeistof of kamertemperatuur op te nemen.
• Controleer of de thermometer op “voorwerp” is ingesteld. Op het scherm van de Thermo Distance
verschijnt het symbool .
1 -
Infrarode meetlens
4 -
Geheugentoets
(10 geheugens)
7 -
Controlelampje
2 -
Afstandscontrolelens
5 -
Insteltoets (MODE)
8 -
ON/OFF-toets
3 -
Temperatuurmeettoets
6 -
LCD-scherm
9 -
Deksel batterijvak
Figuur 1
Figuur 2
IM-TD-ret-v01.qxd:Mise en page 1 2/09/10 15:49 Page 10